Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Leesvaardigheid
Slide 1 - Diapositive
Deze les
- Terugblik
- Woord van de week
- Lesdoel
- Opdracht
Slide 2 - Diapositive
Huiswerk bespreken
Opdracht 4 vraag 3, 4 en 7
Slide 3 - Diapositive
Welke argumentatieschema is de volgende zin:
Met zwemmen train je elke spier in je lijf. Bovendien belast je je eigen gewicht niet. Daarom is zwemmen de beste work-out voor je lichaam.
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
onderschikkend, nevenschikkend
D
enkelvoudig
Slide 4 - Quiz
Welke argumentatieschema is de volgende zin:
Ik wil dit jaar in de zomer graag weer naar Frankrijk, want het is een geweldig vakantieland. Het is er altijd mooi weer en de natuur is er werkelijk prachtig.
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
onderschikkend, nevenschikkend
D
enkelvoudig
Slide 5 - Quiz
Hoe vind ik de kernzin van een alinea?
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 7 - Question ouverte
Woord van vorige week: Wat betekent twijfelmoed?
Slide 8 - Question ouverte
Twijfelmoed
Moed om ergens aan te twijfelen, vooral in tijden van polarisatie waarin veel mensen worden opgeroepen een nadrukkelijke keuze ergens voor of tegen te maken.
Slide 9 - Diapositive
Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je uit een tekst een argumentatieschema maken.
Slide 10 - Diapositive
Opdracht
Maak de opdracht op het werkblad.
Lees de tekst en markeer signaalwoorden voor argumenten of voor opsommingen.
Klaar?
Benoem hoe de schrijver de tekst inleidt.
timer
5:00
Slide 11 - Diapositive
Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je uit een tekst een argumentatieschema maken.