verhoudingen/procenten/breuken/kommagetal

Hoe schrijf je een kwart
A
1/4
B
0,25
C
25%
D
alle antwoorden zijn goed
1 / 11
suivant
Slide 1: Quiz
RekenenBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hoe schrijf je een kwart
A
1/4
B
0,25
C
25%
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 1 - Quiz

wat is evenveel als 0,6
A
30%
B
1 op 6
C
60%
D
1/6

Slide 2 - Quiz

2 op 5 kinderen zitten op voetbal.
Er zijn 25 kinderen.
Hoeveel kinderen zitten op voetbal?
A
15
B
10
C
5
D
9

Slide 3 - Quiz

Laarzen kosten €80,-
Je krijgt 25% korting
Hoeveel moet je betalen?
A
€50,-
B
€60,-
C
€62,-
D
€20,-

Slide 4 - Quiz

4 op de 5 is
A
40%
B
50%
C
70%
D
80%

Slide 5 - Quiz

Jaap neemt 12,5% van de taart.
Hoeveel is er over?
A
7/8
B
6/7
C
1/8
D
1/7

Slide 6 - Quiz

Koen heeft 1 pond aardbeien. Hij eet 1 ons op. Hoeveel heeft hij over?
A
1/5
B
80%
C
0,5
D
20%

Slide 7 - Quiz

Wat is evenveel?

Slide 8 - Diapositive

37,5%
A
3/8
B
5/12
C
0,8
D
1 op de 6

Slide 9 - Quiz

40%
A
4/10
B
0,4
C
2/5
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quiz

1/8
A
12,5%
B
0,8
C
5%
D
80%

Slide 11 - Quiz