25/9 2ha Spelling §10 Engelse werkwoorden

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Open je boek alvast op blz. 260-261).
  • Log in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld)! 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Open je boek alvast op blz. 260-261).
  • Log in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld)! 

Slide 1 - Diapositive

1. Korte herhaling van
werkwoordspelling leerjaar 1.
2. Uitleg cursus 7, paragraaf 10:
Engelse werkwoorden.
3. Opdracht 1 en 2 samen.
4. Opdracht 3 t/m 5 individueel.
5. Leesautobiografie.


Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Diapositive

  • Je hebt je kennis over werkwoordspelling van leerjaar 1 opgefrist.
  • Je weet hoe je Engelse werkwoorden in het Nederlands moet spellen.
Lesdoelen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Tien
minuutjes lezen
timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Herhaling leerjaar 1
  • Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt).
  • Persoonsvorm verleden tijd (pvvt).
  • Voltooid en onvoltooid deelwoord (vd en od).
  • Werkwoordstijden: ott, ovt, vtt, vvt.

Slide 6 - Diapositive

Timo is afgelopen winter schaatsend
van Belt-Schutsloot naar Giethoorn gegaan.

is
A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd

Slide 7 - Quiz

Timo is afgelopen winter schaatsend
van Belt-Schutsloot naar Giethoorn gegaan.

schaatsend
A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd

Slide 8 - Quiz

Timo is afgelopen winter schaatsend
van Belt-Schutsloot naar Giethoorn gegaan.

gegaan
A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd

Slide 9 - Quiz

Engelse werkwoorden
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen. We vervoegen deze leenwoorden net als Nederlandse woorden, en dat ziet er soms gek uit. 




Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Engelse werkwoorden
  • De ik-vorm t.t. van een Engels werkwoord schrijf je meestal door -en van het werkwoord af te halen. Let op bij timen.
speechen-speech, rugby-rugbyen, timen-time.
  • Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijf je een enkele medeklinker. let op bij paintball
flossen-flos, focussen-focus, paintballen-paintball
  • Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands zwak, je kunt in de verleden tijd dus 't ex kofschip gebruiken.






Zo spel je




Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat?
Cursus 7, paragraaf 10: Engelse leenwoorden (blz. 260-261. Opdracht 1 en 2.
Hoe?
In je boek. Lees de opdracht eerst goed door.
Hulp
De theorie op blz. 260 en de uitlegvideo's.
Tijd
Tien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met de spelling van Engelse werkwoorden in het Nederlands.
Klaar?
Neem de theorie van paragraaf 11 alvast door.
Opdracht 1 en 2
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Uitlegfilmpje!

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Wat?
Cursus 7, paragraaf 10: Engelse leenwoorden (blz. 260-261. Opdracht 2 t/m 5.
Hoe?
In je boek. Lees de opdracht eerst goed door.
Hulp
De theorie op blz. 260 en de uitlegvideo's.
Tijd
Tien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met de spelling van Engelse werkwoorden in het Nederlands.
Klaar?
Neem de theorie van paragraaf 11 alvast door.
Opdracht 2 t/m 5
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencode
u2ha: ihcqy

Slide 18 - Diapositive

  • Je hebt je kennis over werkwoordspelling van leerjaar 1 opgefrist.
  • Je weet hoe je Engelse werkwoorden in het Nederlands moet spellen.
Lesdoelen

Slide 19 - Diapositive