Toets hoofdstuk 1 cultuur havo

Welkom bij de toets!
Welk cijfer verwacht je te halen?
010
1 / 24
suivant
Slide 1: Sondage
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij de toets!
Welk cijfer verwacht je te halen?
010

Slide 1 - Sondage

Wat is geen gemeenschappelijk cultuurelement binnen de westerse wereld?
A
Bijna alle landen zijn democratieën
B
Er is een gemeenschappelijke geschiedenis.
C
Het christendom is de meest voorkomende religie.
D
Men spreekt een gemeenschappelijke taal.

Slide 2 - Quiz

Bekijk de bron.
Welk begrip past het
best bij deze bron?

A
Assimilatie.
B
Culturele verspreiding.
C
Cultuurvermenging.
D
Integratie.

Slide 3 - Quiz

Bekijk de bron. Culturen kun je onder meer indelen
op basis van de vragen ‘Hoe modern is een cultuur?’
en ‘Is er sprake van zelfontplooiing in de cultuur?’.
Op welke plek in de bron staat de cultuur van Zweden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Bekijk de bron. Dit is
een voorbeeld van:
A
een open, kunstmatige grens.
B
een open, natuurlijke grens.
C
een gesloten, kunstmatige grens.
D
een gesloten, natuurlijke grens.

Slide 5 - Quiz

De grens tussen Nederland en België is:
A
gesloten en geheel kunstmatig.
B
gesloten en voor een deel natuurlijk.
C
open en geheel kunstmatig.
D
open en voor een deel natuurlijk.

Slide 6 - Quiz

Lees de bron.
Welke van de volgende uitspraken
over de tekst is/zijn juist?
I Het villadorp is een voorbeeld van
ruimtelijke segregatie.
II Het villadorp is een voorbeeld van
sociale segregatie.

A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Alleen uitspraak I is juist.
C
Alleen uitspraak II is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 7 - Quiz

Bekijk de bron: Welke situatie
van de bron is van toepassing
op de Koerden?
A
Situatie 2.
B
Situatie 3.
C
Situatie 4.
D
Situatie 5.

Slide 8 - Quiz

Bekijk de bron: Welke situatie is van toepassing
op mensen met een Turkse etniciteit/afkomst
in Nederland?
A
Situatie 2.
B
Situatie 3.
C
Situatie 4.
D
Situatie 5.

Slide 9 - Quiz

Na de Koreaanse oorlog (1950-1953) zijn er op het Koreaanse schiereiland twee staten ontstaan: Noord- en Zuid-Korea. Er is een wapenstilstand, maar officieel zijn de twee landen nog steeds met elkaar in oorlog.
Wat is de belangrijkste oorzaak van dit conflict?
A
Verschil in etniciteit.
B
Verschil in ideologie.
C
Verschil in politieke macht.
D
Verschil in welvaart.

Slide 10 - Quiz

Het merendeel van de Friezen wil geen eigen staat, maar wil wel dat er rekening wordt gehouden met de Friese cultuur.
Dit is een voorbeeld van:
A
nationalisme
B
separatisme
C
autonomie
D
regionalisme

Slide 11 - Quiz

Lees de bronnen. In één van de bronnen zie je
twee leden van Afrikaanse stammen: een Hutu
en een Tutsi. In hoofdstuk 2 heb je geleerd dat er
verschillende soorten grenzen bestaan. Over welk
soort grens gaat het hier?

Slide 12 - Question ouverte

Beschrijf welke mening de tekenaar van de
cartoon in de bron wil geven over de grenzen
in Afrika.

Slide 13 - Question ouverte

Gebruik de bron!
De grenzen tussen de landen van de
Europese Unie zijn open grenzen.
Geef een voordeel en een nadeel van
een open grens, vanuit de economische dimensie

Slide 14 - Question ouverte

Gebruik de bron!
De grenzen tussen de landen van de
Europese Unie zijn open grenzen.
Geef een voordeel en een nadeel van
een open grens, vanuit de sociaal-culturele dimensie

Slide 15 - Question ouverte

Neem de letters a t/m d over en noteer het begrip waarmee je dit verschijnsel kunt omschrijven erachter. Bij elke letter moet een ander begrip staan.
a. Minderheden passen zich grotendeels aan de hoofdcultuur van het land aan. Ze leren bijvoorbeeld de taal van hun nieuwe land.
b. In de Verenigde Staten wonen mensen die oorspronkelijk Iers, Duits, Zweeds en Nederlands zijn. Zij zijn echter helemaal opgegaan in de Amerikaanse cultuur.
c. In veel steden wonen armere bevolkingsgroepen vaak bij elkaar in aparte wijken.
d. Vroeger hadden veel steden in Nederland speciale wijken voor Joodse mensen: de getto.

Slide 16 - Question ouverte

Lees de onderstaande zinnen en geef bij elke zin aan of deze juist of onjuist is.
Uitspraak 1: De regionale identiteit is in Nederland het sterkst in grensregio’s
Uitspraak 2: Het zuidoosten van Nederland onderscheidt zich cultureel van het noordwesten door de Rooms-Katholieke godsdienst.

A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Alleen uitspraak I is juist.
C
Alleen uitspraak II is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 17 - Quiz

Lees de onderstaande zinnen en geef bij elke zin aan of deze juist of onjuist is.
Uitspraak 1: Het vieren van het Suikerfeest door moslims in Nederland is een voorbeeld van regionale identiteit.
Uitspraak 2: Het houden van Dodenherdenking op 4 mei is een manier om de gemeenschappelijke geschiedenis van het Nederlandse volk te versterken.

A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Alleen uitspraak I is juist.
C
Alleen uitspraak II is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 18 - Quiz

Gebruik de bron. Het gebied waar bijna geen dialect gesproken
wordt is de Randstad. Dit is het economisch kerngebied van
Nederland. Leg uit waarom in dit gebied het gebruik van dialecten
bijna helemaal verdwenen is.

Slide 19 - Question ouverte

Lees de tekst van de bron over Mc Donald’s.
Leg uit dat er bij Mc Donald’s op mondiale
schaal aan de ene kant sprake is van
verwestering en aan de andere kant
regionale identiteit.

Slide 20 - Question ouverte

Gebruik de bron. Op de Balkan is een grote
diversiteit aan bevolkingskenmerken.
Hiervoor is vanuit de natuurlijke dimensie
een reden te geven. Noteer op je antwoordblad:
-Deze natuurlijke reden
-Waarom dit heeft gezorgd voor grote verschillen in de
bevolkingskenmerken op de Balkan.

Slide 21 - Question ouverte

Geef aan:
- Wat makkelijker verandert: een materieel of niet-materiaal cultuurelement
- Een voorbeeld van dat type cultuurelement

Slide 22 - Question ouverte

De Oeigoeren leven in het westen van China, waar ze worden onderdrukt.
Geef aan:
- Op welke manier ze worden onderdrukt
- Geef aan of hierdoor de culturele diversiteit in China toeneemt of afneemt

Slide 23 - Question ouverte


Welk cijfer denk je gehaald te hebben?
Einde van de toets: vergeet de toets niet af te sluiten!
010

Slide 24 - Sondage