PARKEERWEEK 3 - WOORDEN EN WERKWOORDEN

wc-bril
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 40 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

wc-bril

Slide 1 - Diapositive

bangeriken

Slide 2 - Diapositive

peterselie

Slide 3 - Diapositive

xylofoon

Slide 4 - Diapositive

aanrijding

Slide 5 - Diapositive

geniale

Slide 6 - Diapositive

temperaturen

Slide 7 - Diapositive

onverwacht

Slide 8 - Diapositive

kanoën

Slide 9 - Diapositive

chemie

Slide 10 - Diapositive

ongezellig

Slide 11 - Diapositive

commandanten

Slide 12 - Diapositive

aardbeitje

Slide 13 - Diapositive

benauwde

Slide 14 - Diapositive

huishouding

Slide 15 - Diapositive

taxi's

Slide 16 - Diapositive

monotoon

Slide 17 - Diapositive

seizoen

Slide 18 - Diapositive

complex

Slide 19 - Diapositive

wollen

Slide 20 - Diapositive

ontwikkelen
Zwak werkwoord
Voltooid deelwoord


Wie heeft het product ..........

Slide 21 - Diapositive

doorzoeken
Sterk werkwoord
Voltooid deelwoord


Ik heb de kleedkamer ..........

Slide 22 - Diapositive

verbreden
Zwak werkwoord
Voltooid deelwoord


Wanneer is de weg ..........

Slide 23 - Diapositive

aanraden
Zwak werkwoord - scheidbaar
Voltooid deelwoord


Wij hebben de monteur ..........

Slide 24 - Diapositive

aanvullen
Zwak werkwoord - scheidbaar
Tegenwoordig deelwoord (hoe je iets doet)


Ik wil .......... nog iets zeggen.

Slide 25 - Diapositive

beantwoorden
Zwak werkwoord
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord


Ik stuur de .......... e-mail door.

Slide 26 - Diapositive

overleggen
Zwak werkwoord
Voltooid deelwoord


De directeuren hebben .......... .

Slide 27 - Diapositive

voorlezen
Sterk werkwoord - scheidbaar
Tegenwoordig deelwoord (hoe je iets doet)


De juf krabde .......... aan haar oor.

Slide 28 - Diapositive

verzachten
Zwak werkwoord
Infinitief


De tabletten moeten de pijn ...........

Slide 29 - Diapositive

afsteken
Sterk werkwoord - scheidbaar
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord


Het .......... vuurwerk was erg mooi.

Slide 30 - Diapositive

ondergaan
Zwak werkwoord
Infinitief


Wanneer moet jij een operatie  ...........

Slide 31 - Diapositive

stoten
Zwak werkwoord
Voltooid deelwoord


Ik had mijn teen .......... aan de kast.

Slide 32 - Diapositive

stofzuigen
Zwak werkwoord
Voltooid deelwoord


Ik heb de kamer .......... .

Slide 33 - Diapositive

verwoesten
Zwak werkwoord
Tegenwoordig deelwoord (hoe je iets doet)


Is de storm .......... voor de natuur?

Slide 34 - Diapositive

verontrusten
Zwak werkwoord
Tegenwoordig deelwoord (hoe je iets doet)


Hij keek .......... naar buiten?

Slide 35 - Diapositive

afwachten
Zwak werkwoord - scheidbaar
Tegenwoordig deelwoord (hoe je iets doet)


Silvie is een .......... persoon?

Slide 36 - Diapositive

voorkomen
Sterk werkwoord
Infinitief


Je moet  ........... dat je verliest.

Slide 37 - Diapositive

verplanten
Zwak werkwoord
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord


De .......... struik bloeide weer op.

Slide 38 - Diapositive

verblinden
Zwak werkwoord
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord


De door de zon .......... man zag niets.

Slide 39 - Diapositive

herhalen
Zwak werkwoord
Voltooid deelwoord


De meester heeft de zin .......... .

Slide 40 - Diapositive