argumentatieschema's

Lesplanning
Bespreken uitgedeelde tekst
  • Uitleg argumentenschema's 
  • maken uitgedeelde oefening

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning
Bespreken uitgedeelde tekst
  • Uitleg argumentenschema's 
  • maken uitgedeelde oefening

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in Den Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 4 - Quiz

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 5 - Quiz

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Stelling: 
Maastricht is een prima stad om een 
excursie voor CKV te organiseren. 
Waarderend argument
Feitelijk argument
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken
Maastricht heeft een gezellige binnenstad

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Alcohol in het verkeer moet helemaal verboden worden. Er gebeuren immers veel ongelukken.

Welk soort argumentatie is dit?
A
Oorzaak-gevolg
B
Voor- en nadelen
C
Voorbeelden
D
Kenmerk/eigenschap

Slide 15 - Quiz

Als je zegt dat ons land niet geregeerd moet worden door professionele bestuurders, dan wil je zeker ook zelf achter de knuppel van je vakantievlucht gaan zitten.

Welk soort argumentatie is dit?
A
Autoriteit
B
Kenmerk/eigenschap
C
Vergelijking
D
Voorbeeld

Slide 16 - Quiz

Op de gangen moest je een mondkapje dragen. Dat adviseerde het RIVM.
A
Voorbeeld
B
Voor- en nadelen
C
Autoriteit
D
Kenmerk/eigenschap

Slide 17 - Quiz

Die argumentatietoets was te moeilijk. Merel had een onvoldoende.
A
Kenmerk/eigenschap
B
Voor- en nadelen
C
Autoriteit
D
Voorbeeld

Slide 18 - Quiz

Mijn docent Duits is zo'n lieve docent. Ze ruikt altijd naar suikerspin.
A
Voorbeelden
B
Kenmerk/eigenschap
C
Voor- en nadelen
D
Autoriteit

Slide 19 - Quiz

De juf kijkt onze toets vast niet snel na. Ze is erg druk met haar verhuizing.
A
Autoriteit
B
Voorbeelden
C
Oorzaak-gevolg
D
Kenmerk/eigenschap

Slide 20 - Quiz

En dan nu:
Maak de uitgedeelde tekst met vragen


Volgende les: leer de argumentatieschema's (soorten argumenten) + zorg dat de uitgedeelde tekst af is.

Slide 21 - Diapositive

Noem de zes argumentatieschema's

Slide 22 - Question ouverte