Baisstof 2 Oorzaken van gedrag

Herhaling Gedrag 
Even wat kennis opfrissen.
Dat gaan we klassikaal doen
Log in met de code
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Gedrag 
Even wat kennis opfrissen.
Dat gaan we klassikaal doen
Log in met de code

Slide 1 - Diapositive

Prikkels

- Inwendige prikkels, bijvoorbeeld honger, dorst, angst

- Uitwendige prikkel, bijvoorbeeld het zien van voedsel, de geur van patat

- Motivatie is vaak een inwendige prikkel


Slide 2 - Diapositive

korte terugblik..

Slide 3 - Diapositive

Gedrag
combinatie van: 
erfelijke factoren                                    leerprocessen
     aangeboren gedrag                             aangeleerd gedrag


Bij dieren ook wel                                                                      
 het instinct genoemd                                                                      

Slide 4 - Diapositive

leerproces: trial and error
proefondervindelijk leren:
leren door toevallige ontdekkingen. 
Youtube
Thorndikes Puzzle box
Zebrarups eet Sint Jakobskruid. 
Vogels vinden hem niet lekker

Slide 5 - Diapositive

leerproces: inprenting 
Een korte periode (de gevoelige periode)
waarin bepaalt gedrag wordt geleerd. 

Bijvoorbeeld het herkennen van je ouders. 

Slide 6 - Diapositive

leerproces: gewenning
Een reactie op een prikkel wordt aan- of afgeleerd
door de prikkel te herhalen.

Slide 7 - Diapositive

leerproces: conditionering
Aanleren van gedrag door een beloning of straf. 
nieuw verband wordt aangeleerd 
nieuw gedrag wordt aangeleerd 

Slide 8 - Diapositive

Sleutelprikkels

Slide 9 - Diapositive

sleutelprikkel

Slide 10 - Diapositive

sleutelprikkel
een sleutelprikkel is een prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij gedrag

Slide 11 - Diapositive

Een gedragsketen bestaat uit bij elkaar horende gedragselementen
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Welk gedrag kiezen dieren?
gedrag dat ........
A
Voor hun het beste uitkomt
B
Voor hun het leukst is
C
De kans op overleven het grootst maakt
D
Zomaar, ze denken er niet over na

Slide 13 - Quiz

Wat is gedrag?
A
Alles wat een dier doet om te overleven
B
Alles wat een mens of dier doet
C
Het samenwerken tussen dieren van dezelfde roedel
D
Het jagen van dieren op een prooi

Slide 14 - Quiz

Als gedrag ontstaat door te leren is dat aangeboren gedrag
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Als gedrag ontstaat door iets te doen is dat aangeleerd gedrag
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Deze vorm van leren is ook wel 'proefondervindelijk leren'
A
Conditionering
B
Trial and error
C
Inprenting
D
Gewenning

Slide 17 - Quiz

Hoe leer je?
(Meerdere antwoorden zijn goed)
A
Door te oefenen
B
Door te imiteren
C
Door inzicht
D
Alleen door inprenting

Slide 18 - Quiz

Imiteren leer je door:
A
Gedrag na te doen
B
Gedrag te herhalen
C
Nieuw gedrag te bedenken

Slide 19 - Quiz

Sleutelprikkel
Wat is ook alweer een sleutelprikkel?

Slide 20 - Diapositive

Sleutelprikkels
Prikkels die altijd leiden tot bepaald gedrag zijn sleutelprikkels

Slide 21 - Diapositive

Sleutelprikkels:
Sleutelprikkels: leiden altijd tot hetzelfde gedrag.

Soms afhankelijk van leeftijd van het organisme. 

Slide 22 - Diapositive

Sleutelprikkels bij mensen

Slide 23 - Diapositive

Supranormale prikkel
Supranormale prikkel => sterke sleutelprikkel
                                              => geeft sterkere respons
                                              

Slide 24 - Diapositive

supranormale prikkel

Slide 25 - Diapositive

Supranormale prikkel

Slide 26 - Diapositive

supranormale prikkel

Slide 27 - Diapositive

Terugblik:
Welk begrip past bij deze afbeelding?

Slide 28 - Question ouverte

Terugblik:
Welk begrip past bij deze afbeelding?

Slide 29 - Question ouverte

Wat is de sleutelprikkel voor de ouder om de jongen te voeren?
A
De ogen van de jongen
B
Het geluid van de jongen
C
De oranje bekjes van de jongen

Slide 30 - Quiz

Een supranormale prikkel (vergeleken met een sleutelprikkel) is:
A
Een sterkere prikkel voor hetzelfde gedrag.
B
Een kunstmatige prikkel voor hetzelfde gedrag.
C
Een aangeboren prikkel voor hetzelfde gedrag.
D
Een aangeleerde prikkel voor hetzelfde gedrag.

Slide 31 - Quiz

Sleutelprikkel
voor muggen

A
geurstof
B
trilling

Slide 32 - Quiz

Wat was een sleutelprikkel?
A
Een prikkel waar je altijd op reageert
B
Een prikkel waar je altijd hetzelfde op reageert
C
Een prikkel waar je elke keer verschillend op reageert
D
Een prikkel waarbij jij je sleutel beet houdt

Slide 33 - Quiz

Kan een sleutelprikkel afhankelijk zijn van de leeftijd van een dier?
A
Ja
B
Nee
C
Ja en als u mij dit vraagt kan ik een voorbeeld geven
D
Nee en ik kan uitleggen waarom niet

Slide 34 - Quiz

De sleutelprikkel bij de stekelbaars voor het dreiggedrag is......
A
Vorm van de vis
B
Kleur van de buik

Slide 35 - Quiz

Een sleutelprikkel:
A
Kan leiden tot meerdere soorten gedrag.
B
Leidt altijd tot hetzelfde gedrag.
C
Moet aangeboren zijn.
D
Moet aangeleerd zijn.

Slide 36 - Quiz

Is het piepen van de kuikens aangeboren of aangeleerd gedrag?
A
aangeboren gedrag
B
aangeleerd gedrag

Slide 37 - Quiz

Wat is inprenting, denk je?

Slide 38 - Question ouverte

Einde
Goed gedaan!
Zijn er nog vragen? 
Lees basisstof 3 Aangeboren en aangeleerd gedrag
Maak de opdrachten 17 t/m 24

Slide 39 - Diapositive