Introductie

Leesvaardigheid
Pak je schrift en een pen
Maak de startopdracht hiernaast:
Maak de volgende stelling op basis van jouw gevoel compleet.

Door de toegankelijkheid van informatie op internet en via AI is leesvaardigheid ...

A belangrijker dan vroeger
B makkelijker dan vroeger
C minder belangrijk dan vroeger
D moeilijker dan vroeger
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheid
Pak je schrift en een pen
Maak de startopdracht hiernaast:
Maak de volgende stelling op basis van jouw gevoel compleet.

Door de toegankelijkheid van informatie op internet en via AI is leesvaardigheid ...

A belangrijker dan vroeger
B makkelijker dan vroeger
C minder belangrijk dan vroeger
D moeilijker dan vroeger

Slide 1 - Diapositive

Vorige periode
Argumentatieleer, historische letterkunde (middeleeuwen) en een pleidooi.
Deze les
Introductie leesvaardigheid
(Quickscan uit de examenbundel)
Vooruitblik
Let op: je voert in deze periode je mondeling!
Werk aan je module

Slide 2 - Diapositive

Wat maakt lezen lastig?
(maar vooral relevant?)

Slide 3 - Diapositive

Het eindexamen Nederlands
Vrijdag 17 mei 2022  13.30 - 16.30 uur
Drie uren, drie of vier teksten

Leesvaardigheid - argumentatie (deze les) - samenvatten

Op naar het HBO!

Slide 4 - Diapositive

Komende lessen
1e instructieles: samen teksten lezen, nadoen, theorie oefenen
2e instructieles: zelfstandig oefenen met examenteksten, nadruk ligt op juiste formulering van antwoorden

Werkles: werken uit je iBook

Neem elke les je examenbundel + Talent mee!

Slide 5 - Diapositive

Leren?

Slide 6 - Diapositive

Argumentatieschema
Oorzaak-gevolg: Je moet echt stoppen met roken (st), je kan er longkanker van krijgen (arg). 
Voor- en nadelen: Proefwerken moeten worden afgeschaft (st), anders staan leerlingen te veel bloot aan stress (arg). 
Vergelijking: Ik denk dat die maat schoenen voor hem goed is (st). Mijn zoon is net zo oud en draagt die maat ook (arg).
Voorbeelden: Je kunt absoluut niet op hem rekenen (st). Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en toen hij dat verjaardagscadeautje zou kopen, was hij dat ook vergeten. (arg).
Gezaghebbende bron: Natuurlijk mag je het woord ‘falbala’ neerleggen bij Scrabble (st) het staat in de Van Dale (arg)
Kenmerken of eigenschap: Jeroen is eigenlijk nog een groot kind (st), want het liefst speelt hij nog met zijn piratenlego (arg).

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Kijk heel kritisch na.

Slide 10 - Diapositive