M2, H4 en H5 oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Vandaag:

Oefenen en vragen stellen voor de toets.

Op school legt Lize aan Sasja soms grammaticaoefeningen uit.
Wat is het LIJDEND VOORWERP?

1. Op school
2. Lize
3. Sasja
4. grammaticaoefeningen

Lijdend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Jij kan het lijdend voorwerp in die zin vinden.

1. jij
2. het lijdend voorwerp
3. in die zin
4. kan vinden

Wat is een lijdend voorwerp?

1. Wanneer + pv + ow
2. Waarom/Waarvoor + ow + mwv
3. Wat/Wie + wwg + ow
4. Het zinsdeel dat overblijft in de zin.

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Vandaag hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.

1. Vandaag
2. we
3. de bijwoordelijke bepaling
4. hebben behandeld

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Wie weet dat nu?

1. wie
2. weet
3. dat
4. nu

Welke zin heeft geen meewerkend voorwerp?

1. Je moet je slippers aan de waterkant laten staan.
2. Marlies heeft voor haar moeder bloemen meegenomen.
3. Neem je een glaasje water voor me mee?
4. Ik heb na afloop iets lekkers voor de kinderen

hoe vind je de
bijwoordelijke bepaling?

1. alle werkwoorden in de zin
2. krijgt of ontvangt meestal iets
3. geeft een plaats, een reden of tijd aan.
4. wie of wat + pv + ww gezegde

Noteer de juiste vorm van het Engelse werkwoord dat tussen haakjes staat:

(bloggen) Gisteren ___ een bekende Nederlander over zijn activiteiten.

Noteer de juiste vorm van het Engelse werkwoord dat tussen haakjes staat:

(bungeejumpen) Eerst had hij vanaf een brug ___.

Wat is het voltooid deelwoord van het Engelse werkwoord joggen?

Noteer de juiste vorm van het Engelse werkwoord dat tussen haakjes staat:

(breakdance) Daarna volgde hij een workshop waarin hij met vrienden ___.

Oefentoets maken

Zie link naar Forms in de chat:

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=LWzgCw2yAkSpBW2zsToyZf182Z5hJoxMpVN61tPrLGhUME9JWVo2WEI2R1ZXRThSUE03UlFHRjdXTy4u