Persoonlijke voornaamwoorden nl<->de sleep + vervanging

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Persoonlijk voor naam woord

Persoonlijke voornaamwoord = Personal Pronomen

ik

jij

hij

zij

het

wij 

jullie

zij (mv)

U

ich

du

er

sie

es

wir

ihr

sie 

Sie

i

d

e (s e)

w

i

s (S)

Als het persoonlijke voornaamwoord het onderwerp is,

bepaalt deze

welke vorm de persoonsvorm krijgt.

Snap je dit?

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je in het Nederlands?

jij

wij

hij

ik

het

u

jullie

wie

zij (ev)

zij (mv)

ich

du

er

sie (ev)

es

wer

Sie

sie (mv)

ihr

wir

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je in het Duits?

du

wir

hij

ich

es

Sie

ihr

wer

sie (ev)

sie (mv)

ik

jij

er

zij (ev)

het

wie

u

zij (mv)

jullie

wij

oscarromerotalen.nl

oscarromerotalen.nl

Foutjes? Focus op het verbeteren.

ik                        ich 

jij/je                  du 

hij/zij/het      er/sie/es 

wij                    wir 

jullie                ihr 

u/ zij                Sie/sie

Wat als er geen pers. vnw staat?

Soms heb je een zin waar je een persoonsvorm moet schrijven, maar er staat geen persoonlijk voornaam woord.

Bijvoorbeeld:

           Mijn broer heeft een vriendin.

           Mein Bruder .... (hebben) eine Freundin.

Wat dan?

geen pers. vnw 

           Mijn broer heeft een vriendin.

           Mein Bruder .... (hebben) eine Freundin.

Stap 1 Wat is het onderwerp?

              => wie / wat + alle werkwoorden

                     wie heeft?   => onderwerp => mein Bruder

geen pers. vnw 

           Mijn broer heeft een vriendin.

           Mein Bruder .... (hebben) eine Freundin.

Stap 2 Door welk persoonlijk voornaamwoord (als onderwerp)

               kan ik "Mein Bruder" vervangen zonder dat de betekenis

               van de zin verandert?

               Mein Bruder = 1 persoon en mannelijk dus .....

                     wie heeft?   => onderwerp => mein Bruder

het kind kun je vervangen door ......

Frau Rotteveel kun je vervangen door .....

de broer kun je vervangen door ......

peter en ik kun je vervangen door .....

de zus kun je vervangen door ......

de ouders kun je vervangen door ......

Nu weet je hoe je kunt uitzoeken welke persoonsvorm bij het onderwerp hoort.

TOP TOP TOP TOP TOP!

Dan leer je nu "haben" en "sein" en "werden" . (volgende slide).

Einde

Als het goed is

- weet je en ken je de persoonlijke voornaamwoorden

- weet je waar je op moet letten om de juiste vorm van het werkwoord in te kunnen vullen.

Lukt het nog steeds niet?

Daarna kun je leren voor de woordje oefentoets of voor je persoonlijke voornaamwoorden of je werkwoorden "haben" of "sein" of "werden".