Blok 2 en 3 lezen

WELKOM
3 Kader
Welkom

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

WELKOM
3 Kader
Welkom

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DOEL


- Je herkent een inleiding, middenstuk en slot in een tekst

-manieren van inleiden en het schrijven van een slot


(ZOEKEND LEZEN)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4 inleiding, middenstuk en slot
Hoe zit een tekst in elkaar?
- inleiding
- middenstuk 
- slot

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

inleiding
4 veelvoorkomende manieren
- het onderwerk aankondigen
-een kort, grappig of bijzonder verhaaltje vertellen
-één of meer vragen stellen
-de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen

 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Middenstuk
Het grootste gedeelte van de tekst
Hier vind je de meeste informatie
Verschillende delen van het onderwerp (noem je deelonderwerpen)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slot
Meestal de laatste alinea
Vaak een herhaling van het belangrijkste of een blik naar de toekomst

Bij nieuwsberichten vaak geen slot.
Alleen inleiding en middenstuk

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slot
3 manieren:
- een korte samenvatting van de tekst
-een conclusie van de tekst
- een advies

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van een inleiding?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In het middenstuk
A
wordt het belangrijkste uit een tekst herhaald
B
staat de meeste informatie
C
maak je kennis met het onderwerp van een tekst

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De laatste alinea is het slot. Wat doet de schrijver in dit slot?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg - Alinea's en tussenkopjes
Een tekst is verdeeld in stukjes: alinea's.
In elke alinea wordt iets anders verteld over het onderwerp. Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. Vaak staat er tussen alinea's een witregel.


Slide 11 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Uitleg - Alinea's en tussenkopjes
Tussenkopje
Boven een alinea of een groepje alinea's kan een tussenkopje staan. Een tussenkopje geeft aan waar de alinea of het groepje alinea's over gaat.


Slide 12 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Uitleg - Inleiding, middenstuk en slot
Een goede tekst bestaat uit drie delen: 
een inleiding
een middenstuk en 
een slot.
Kijk de uitlegvideo en maak aantekeningen op het uitgedeelde blad.



Slide 13 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

In de inleiding wordt duidelijk gemaakt waar de tekst over gaat. Vaak gebeurt dat met

een voorbeeld, een (grappig) verhaaltje (anekdote) of
een bijzondere situatie.
Daarmee wordt de lezer nieuwsgierig naar de rest van de tekst.
Inleiding

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Shoppen tussen het afval
  
[1]
In Amsterdam is tijdelijk – ter gelegenheid van SAIL – een bijzondere supermarkt te vinden. De schappen zijn netjes gevuld, maar van dichtbij maken de producten een wat verfomfaaide indruk. Dat is ook niet zo gek, want alle producten zijn uit het Amsterdamse IJ gevist. Welkom in de Plastic Soupermarket!

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze inleiding
A
begint met een anekdote
B
begint met een bijzondere situatie
C
begint met een voorbeeld

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

[6]

Aan het eind van onze rondgang door de winkel komen we bij de kassa. De producten uit de schappen zijn niet te koop, maar bij de balie worden wel duurzame alternatieven aangeboden, zoals herbruikbare waterflesjes en tandenborstels van bamboe. Je krijgt er alleen geen plastic tasje bij …

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het slot
A
is een conclusie
B
een korte samenvatting
C
er wordt naar de toekomst gekeken
D
er wordt aangesloten bij de inleiding

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdgedachte & verwijswoorden

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofd- en bijzaken

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdgedachte
In één zin samengevat waar de tekst over gaat.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je de hoofdgedachte?
  • Stel de vraag: wat vertelt de schrijver in deze tekst over het onderwerp? 
  • Bekijk de hoofdzaken van de tekst.
  • Let op! De hoofdgedachte is nooit een vraagzin! 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijswoorden
  • Woorden die verwijzen naar andere woorden, woordgroepen of een hele zin in de tekst.
  • Verwijst naar iets of iemand, een gebeurtenis of een plek
  • Maakt een tekst aantrekkelijk om te lezen
  • Hij, zij, hun, ons, daar, toen, die, wie, wat, haar, hem.......

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwijswoorden
De-woorden 
  • die & deze
Het-woorden
  • dit & dat

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

'Aan tafel zitten Samira's vader en moeder. Voor hen ligt een lijstje.'

Wat is in deze dit het verwijswoord en waar verwijst het naar?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

'Quinn doet een broodtrommel open. Hij ziet een broodje met kaas.'

Wat is in deze zin het verwijswoord en waar verwijst het naar?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

'Vandaag staat op de planning: hond uitlaten en kamer opruimen. Daar heeft Jasper geen zin in.'

Wat is het verwijswoord in deze zin en waar verwijst het naar?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions