4.3-2 Hormonale regeling 4V 2324

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Paragraaf 1 Dierenwelzijn

4.3 Hormonale regeling

Doel 4.3

Je licht de rol van hormonen toe tijdens de zwangerschap en geboorte.

Receptoreiwitten

Waarom reageren de cellen in de testes (cellen van Leydig) op de aanwezigheid van LH?

Ze hebben receptoren voor LH.
 

Receptoreiwitten

Waarom reageren de Sertoli (voedstercellen) op de aanwezigheid van FSH?

Sertolicellen hebben receptoren voor FSH.
 

Zwangerschap

Trofoblast geeft HCG af.

Dit hormoon zorgt er voor dat het gele lichaam niet verschrompelt. Progesteron blijft aanwezig en GnRH, LH en FSH blijven geremd.

Geen menstruatie en geen nieuwe follikelrijping.

Na drie maanden neemt de placenta de vorming van progesteron en oestrogenen over.

=LH

Bevalling/ geboorte

Vanaf de zevende maand daalt het kindje in (met het hoofd naar beneden).

Start van de bevalling: 

moeder maakt prostaglandines aan -> samentrekken baarmoederwand (ontsluitingsweeën).

Bevalling/ geboorte

Druk op de baarmoedermond zorgen (via zenuwen) voor stimulering van de hypothalamus. 

Die zet op zijn beurt de hypofyse aan tot het afgeven van oxytocine: extra samentrekkingen baarmoederwand.

Na volledige ontsluiting: persweeën.

Na de geboorte

Naweeën zorgen we voor dat ook de placenta, vruchtvliezen en resten navelstreng de baarmoeder uitgaan.

De hypofyse van de moeder maakt prolactine aan -> stimuleert melkproductie.

Het zuigen van de baby aan de borst zorgt voor extra afgifte oxytocine -> samentrekken melkklieren dus melkafgifte. 

Ook voor extra aanmaak prolactine: meer melkproductie.

Doel 4.3

Je licht de rol van hormonen toe tijdens de zwangerschap en geboorte.

Huiswerk

In de online methode/ boek

Kies een leerweg (default B).

Maak 4.3: