Autisme

Programma
  1.  Mededeling Jolanda/Fabienne
  2. Monique casus inbreng
  3. Pauze 10 min
  4. Les Autisme 
  5. Socrative
  6. Break-out rooms?
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Programma
  1.  Mededeling Jolanda/Fabienne
  2. Monique casus inbreng
  3. Pauze 10 min
  4. Les Autisme 
  5. Socrative
  6. Break-out rooms?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welzijn
Autisme

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat roept het begrip
Autisme bij je op?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitie autisme 
Autisme is een stoornis in de manier waarop de hersens informatie verwerken.
Iemand met autisme verwerkt informatie anders en vaak trager dan anderen. Dat
heeft gevolgen voor zijn taalbegrip, zijn omgang met anderen, zijn voorstellingsvermogen en zijn gedrag
. Autisme is geen kwestie van niet willen, maar van niet
kunnen. Het is een stoornis die niet te genezen is. Autisme is een ernstige beperking
die iemand erg onzeker en angstig kan maken omdat hij de wereld om zich heen niet
begrijpt

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Socrative.nl
  1. ga naar www.socrative.com
  2.  Roomname: Fabienne9555
  3. Eigen naam
  4. Start opdracht


Blijf ondertussen online in het teams kanaal. Zet wel je microfoon uit. Wanneer iedereen de opdracht af heeft gaan we verder met de les. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Autisme Doorlezen 24.3 van het boek begeleider gehandicaptenzorg. 

3 onderdelen aanklikken in de padled op Its learning en een samenvatting maken van wat en waarom je hebt aangeklikt en bekeken

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 3 onderdelen heb je op de pallet bekeken?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 
  1. Ga naar de break-out rooms
  2. Bespreek de 3 onderdelen van de padlet
  3. Vat met je groepje het onderdeel samen. (Wat zijn de kernbegrippen, wat viel je op, dachten jullie er hetzelfde over of waren er verschillen etc.)
  4. 1 iemand van het groepje vertelt de bevindingen aan de hele klas  

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk volgende les
Syndromen doorlezen 8.4 en 10.4 uit het boek begeleider gehandicaptenzorg

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Centrale coherentie
Moeite om de omgeving te zien als een geheel met alles wat zich daarin afspeelt​​

Jacob wordt gevraagd een foto van een begrafenis te beschrijven. Hij beschrijft nauwkeurig de mensen, de kist, het gat in de grond enzovoorts. Maar als vervolgens gevraagd wordt wat er op de foto gebeurd, weet hij hier geen antwoord op te geven.​​

AutismeTV: Wat is Centrale Coherentie? Prikkels die via de zintuigen de hersenen binnenkomen worden bij autisme minder met elkaar in verband gebracht. 




Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

executieve functies
Problemen met plannen en organiseren van taken en daarin flexibel zijn​


“Inge wordt gevraagd zichzelf aan te kleden, maar weet niet hoe dit moet. Ze weet prima welke kledingstukken ze normaal aan heeft, maar heeft geen idee in welke volgorde ze deze aan moet trekken om zichzelf goed aan te kleden.”​





Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begeleidingstijl "geef me de vijf"
Creëren van voorspelbaarheid​

In tijd​, In ruimte​, In activiteiten​
Wat​
Hoe​
Wanneer​
Waar​
wie​
In omgang en aanpak​
Verbeteren functioneren​
Verminderen gedragsproblemen 










Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pervasieve
stoornissen te maken hebben met problemen die doordringen in verschillende ontwikkelingsgebieden van een kind.
Hiermee wordt bedoeld dat er problemen bestaan op het gebied van de sociale interactie, de communicatie en het gedrag. Er bestaan zogenaamde stereotiepe, rigide patronen van gedrag, belangstelling of activiteiten.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft iemand ervaring met cliënten met autisme of privé gerelateerd?

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een autismespectrumstoornis (ASS)?

Als je de diagnose autismespectrumstoornis (ASS) hebt, wordt informatie in je hersenen anders verwerkt dan bij de meeste mensen. Een ASS is niet bij iedereen hetzelfde, de kenmerken kunnen per persoon verschillen. Die kenmerken hebben wel altijd te maken met twee dingen;

- Hoe je met andere omgaat
- Hoe je je gedraagt

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe iemand met anderen omgaat
Dat kan lastig zijn, omdat je anderen niet altijd even goed begrijpt. Je inleven in hoe iemand anders denkt of voelt is moeilijk. Andersom snappen mensen vaak ook niet goed hoe de gene met autisme dingen beleeft.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe je je gedraagt
 je kunt sommige onderwerpen zo interessant vinden dat je er alles van wilt weten. Het is alsof je nog alleen maar aan dat onderwerp kunt denken. Als je dingen doet, kun je daar ook helemaal in opgaan. Vaak herhaal je die dingen ook steeds opnieuw.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De term ASS wordt nog niet zo lang gebruikt. Eerder had men het over autisme en dacht men dat er allerlei verschillende soorten autisme waren. Maar onderzoek leverde daar niet genoeg bewijs voor. Je kunt namelijk heel veel kenmerken van de ene stoornis hebben, maar ook iets van de andere. De naam autismespectrumstoornis wordt daarom nu gebruikt voor iedereen met een vorm van autisme.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Asperger
Ernstige relatiestoornis of sociale stoornis​

Weerstand tegen veranderingen​
Opvallend dwangmatig en stereotiep gedrag​
Intense en meer dan normale interesse in bepaalde dingen​
 Normale tot hoge intelligentie



Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Syndroom van Rett
Zeldzame neurologische aandoening​

Vooral bij meisjes​
Ontwikkeling eerst normaal dan terugval (regressie)​
Ernstige verstandelijke beperking​
Kleine schedelomvang​
Verlies van sociale betrokkenheid​
Ontwikkeling van stereotype handbewegingen​
Ernstige taalbeperking​
Slechte coördinatie 







Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verloop RETT
Fase 1: normaal tot 18 mnd (knik in de ontwikkeling)​

Fase 2: ​
verworven vaardigheden gaan achteruit (spraak, intelligentie, motoriek)​
Keert in zichzelf (autistisch gedrag)​
Stereotype handbewegingen​
Soms epilepsie​
Snel geïrriteerd, moeilijk te hanteren​
Fase 3: bij ongeveer 10 jaar; gedrag verbetert​
Fase 4: op latere leeftijd, niet iedereen bereikt deze fase, motorische achteruitgang







Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PDD NOS
Beperking in de ontwikkeling van sociale vaardigheden en/of​

Beperking in verbale en non-verbale communicatievaardigheden​
Stereotiep gedrag​
Voldoet niet aan criteria voor autisme (tekortkomingen kunnen erg afwijkend zijn van klassiek autisme)


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorieen over autisme
Theorie of Mind
Centrale coherentie
Executieve functies

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie of mind
Problemen met het innerlijk van een ander begrijpen en hier rekening mee houden, ook het innerlijk van jezelf herkennen, kunnen verwoorden en er naar handelen​


“Kim wil vaak graag met Bram spelen. Bram wil dit vaak niet en als hij dit wel wilt, moet Kim precies doen wat Bram zegt. Doet ze dat niet, dan dringt Bram er vaak op aan dat ze toch doet wat hij wilt. Vaak eindigt dit in ruzie.”​

AutismeTV: Wat is Theory of Mind? Mensen met autisme hebben er problemen mee zich een beeld te vormen wat andere mensen denken en voelen



Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan een oorzaak zijn van autisme?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaak van autisme 
Erfelijkheid: Op basis van onderzoek wordt geschat dat het om om 5 tot 6 op de 10 mensen gaat. Het is niet zo dat dit door een bepaald gen komt. Het gaat om honderden genen, die bij bepaalde veranderingen kunnen zorgen voor ASS.
Omgeving: Wetenschappers denken dat de omgeving ook een rol speelt. Dat betekent dat je een erfelijke aanleg kunt hebben, maar niet per se een diagnose autismespectrumstoornis hoeft te krijgen.
- tekort aan vitamine D tijdens de zwangerschap
- gebruik van sommige medicijnen tijdens de zwangerschap (antidepressiva)
- problemen tijdens de geboorte, zoals te vroeg geboren worden
- ouders die op hogere leeftijd nog kinderen krijgen

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel mensen met autisme hebben een verstandelijke beperking?
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak klopt?
A
Autisme komt even vaak voor bij jongens als bij meisjes
B
Autisme komt vaker voor bij jongens
C
Autisme komt vaker voor bij meisjes

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Comorbiditeit
  •  Algemeen veel comorbide problematiek (70%)
  • (Sociale) angststoornissen
  • ADHD
  • Stemmingsstoornissen
  • Verstandelijke beperking
  • Slaapstoornissen
  • Dwang/tics
  • Motorische problemen

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt je op in het filmpje?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke begeleidingsmethode zou je in kunnen zetten bij iemand met autisme en waarom?

Slide 36 - Question ouverte

Contacttherapie
TEACCH
Son-Rise
Werken met picto's
Werkwijze​
Vorm groepjes van 4 of 5 personen en wijs een woordvoerder aan.​
Neem ieder een cliënt met een verstandelijke beperking en autisme in gedachte.​
Ieder schrijft voor zichzelf de belangrijkste kenmerken van die cliënt op. Kijk hiervoor naar de beschrijvingen in het boek.​
Ieder presenteert zijn cliënt geanonimiseerd aan de anderen.​
Kies samen één cliënt waarvoor jullie een korte activiteit naar keuze bedenken. ​
Kies welke activiteit jullie uitwerken. Dat kan ook eten of een boodschap doen, zijn.​
Beschrijf de kenmerken van de cliënt, de activiteit, de voorbereiding en de aanpak van de activiteit en motiveer waarom jullie dit zo doen. Check hiervoor ook of jullie aanpak aansluit bij de theorie in het boek.​
 ​
In de groep​
De woordvoerders presenteren de kenmerken van de cliënt en de activiteit in de groep en verantwoorden de keuzes die gemaakt zijn.​
De leden van de andere subgroepen gaan per presentatie in op de activiteit in combinatie met de kenmerken van de cliënt en de verantwoording:​
past de activiteit en de aanpak bij de cliënt;​
hoe was de voorbereiding;​
welk resultaat verwachten jullie;​
wat zou anders of beter kunnen;​
welke tips en aandachtspunten hebben jullie;​
….​
Welke algemene tips en/of aandachtspunten kunnen jullie formuleren voor de relatie en activiteiten met deze doelgroep?

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions