Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
21 EBG - Vergrotende trap
de trappen van vergelijking
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
de trappen van vergelijking
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
klein, kleiner - groot, groter
Als je mensen of dingen wilt vergelijken, zet je meestal -
er
achter het woord:
klein - klein
er
groot - grot
er
dik - dikk
er
mooi - mooi
er
Slide 3 - Diapositive
Woorden die op een -
r
eindigen?
Deze woorden krijgen
-der
achter het woord:
lekker - lekker
der
duur - duur
der
zwaar - zwaar
der
Slide 4 - Diapositive
Let op!
Er zijn ook onregelmatige woorden:
graag -
liever
goed -
beter
veel -
meer
weinig -
minder
Deze woorden moet je dus uit je hoofd leren!
Slide 5 - Diapositive
Je vergelijkt twee mensen of dingen
->
dan
Omar is ouder
dan
mijn broer.
Mijn auto is mooier
dan
jouw auto.
Ik ben langer
dan
jij.
Maria is jonger
dan
ik.
Slide 6 - Diapositive
De vergrotende trap krijgt dus -er
kort - korter
lang - langer
let op:
slim - slimmer
let op:
groot - groter
Slide 7 - Diapositive
De groene jurk is mooi, maar de zwarte jurk is ________.
Slide 8 - Question ouverte
James is ______ dan Blazej.
(groot)
Slide 9 - Question ouverte
De tafel is zwaar, maar de kast is ______.
Slide 10 - Question ouverte
Zelf zinnen maken
Gebruik een vergelijking en het woordje
dan.
Bijvoorbeeld:
mijn fiets - jouw fiets
Mijn fiets is groter
dan
jouw fiets.
Slide 11 - Diapositive
mijn telefoon - jouw telefoon
Slide 12 - Question ouverte
een kast - een pen
Slide 13 - Question ouverte
rood - geel
Slide 14 - Question ouverte
koekjes - fruit
Slide 15 - Question ouverte
Welke vraag heb je nog over de vergrotende trap?
Slide 16 - Question ouverte
Ben je klaar voor de toets?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
Wat is de vergrotende trap van 'mooi'?
A
mooier
B
mooie
C
meer mooi
Slide 18 - Quiz
Welk woord is de vergrotende trap van 'goed'?
A
goed
B
beter
C
goeder
Slide 19 - Quiz
Wat is de vergrotende trap van 'klein'?
A
kleiner
B
kleine
C
meer klein
Slide 20 - Quiz
Welk woord is de vergrotende trap van 'snel'?
A
snel
B
snelst
C
sneller
Slide 21 - Quiz
Wat is de vergrotende trap van 'duur'?
A
duur
B
duurder
C
duurer
Slide 22 - Quiz
Wat is de vergrotende trap van 'lief'?
Slide 23 - Question ouverte
Wat is de vergrotende trap van 'groot'?
Slide 24 - Question ouverte
Wat is de vergrotende trap van stoer?
Slide 25 - Question ouverte
Wat is de vergrotende trap van duur?
Slide 26 - Question ouverte
Wat doe je meestal om een vergrotende trap te maken?
Slide 27 - Question ouverte
Wat is de vergrotende trap van 'graag'?
Slide 28 - Question ouverte
Wat is de vergrotende trap van weinig?
Slide 29 - Question ouverte
Wat is de vergrotende trap van:
stil
Slide 30 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
21 EBG - Vergrotende trap
Juin 2024
- Leçon avec
36 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Thema 6 - Vergrotende en overtreffende trap
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
1.15: klein, kleiner - groot, groter
Septembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Trappen van vergelijking A2
Décembre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Comperatief (TC A2 thema 1.15)
Janvier 2024
- Leçon avec
18 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Toptaal - 20 juni 2022 - Maandag
Octobre 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Beroepsopleiding
2.2: groot, groter, het grootst
Septembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, k
Leerjaar 3
1.15: klein, kleiner - groot, groter
Avril 2024
- Leçon avec
15 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3