Portalis Les 5 Sociale veiligheid door te ''praten''

Les 5 Sociale veiligheid door te ''praten''

Leerdoelen van les 5.

Ik leer om te praten met een volwassene, als

stop en loop niet helpen.

Ik leer als omstander te praten met een volwassene als stop

en loop niet helpen.

Ik weet wanneer ik direct hulp moeten halen en wanneer ik eerst de driestappenroutine moet gebruiken.

Ik oefen met stop, loop, en praat.

De docent zal het volgende doen wanneer je met hem/haar komt praten.

1. Docenten zullen altijd naar je luisteren en

je een compliment geven omdat je het komt

vertellen.

2. Zij zullen je vragen wat er is gebeurd. 

3. wie er bij betrokken zijn, waar, wanneer gebeurde het?

4. Zij zullen je helpen ais het onveilig is,

zij vragen of je het ''stop'' woord hebt gezegd.

5. Zij vragen of je rustig bent weggelopen van

het ongewenste gedrag

Hoe werkt het principe van praten? in het principe stoppen, lopen en praten. 

De rode en groene kaarten. 

L. De leerling loopt door de gang'

De leraar modelt ongewenst gedrag: geeft

een duwtje.

2. De leerling zegt stop.

De leraar duwt weer en lacht.

3. De leerling loopt weg.

De leraar loopt erachter aan en

geeft weer een duwtje.

4. Dan vraagt de leraar aan de

groep: Moet hij/zij nu "Praten"

en hulp halen?' Bij 'ja' gaat de

groene kaart omhoog en bij 'nee' de

rode kaart.

Voorbeelden van wanneer je wel gaat praten en van wanneer je iets anders moet doen. 

De situatie. Wel of niet praten? 

Iris is snel angstig. Tijdens de pauze maakt Hester haar steeds bang. Iris gebruikt het stopsignaal. Iris loopt weg. Hester gaat door en loopt dreigend achter haar aan. Iris loopt naar de leraar en vertelt wat er gebeurd is. 

Dit is een voorbeeld van praten.

De situatie. Wel of niet praten? 

Mees speelt tikkertje, samen met andere leerlingen. Roos daagt hem uit om haar ook te tikken. Mees krijgt haar te pakken, maar doet dat per ongeluk iets te ruw. Roos loopt naar de leraar om het te vertellen.

Niks aan de hand.

De situatie. Wel of niet praten? 

Yvonne gaat tijdens een vrij uur met haar klasgenoten weg om iets te halen in de kantine. Britt vindt het vervelend dat ze haar niet mee hebben gevraagd en gaat naar haar mentor om hierover te klagen. 

geen reden tot praten.

De situatie. Wel of niet praten? 

Twee jongens in het groepje van Lars praten steeds over hem op een beledigende en dreigende manier. Lars geeft het stopsignaal. het praten op een vervelende manier gaat door. Lars en een omstander lopen weg en praten met zijn mentor. 

Wel een reden om te praten. 

Wat is het verschil tussen praten en klikken?

Ik weet nu wanneer ik moet praten i.p.v. de andere genoemde stappen 'stoppen en lopen'.

0100