Foutieve beknopte bijzin en onjuiste inversie

Formuleren
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Formuleren

Slide 1 - Diapositive

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les:
- wat een beknopte bijzin is;
- aan welke eisen een beknopte bijzin moet voldoen om correct te zijn;
- hoe je een foutieve beknopte bijzin kunt verbeteren.

Slide 3 - Diapositive

Hoeveel persoonsvormen bevat de volgende zin?

Omdat het bleef regenen, ben ik met de bus naar school gegaan.
A
1
B
2

Slide 4 - Quiz

Is de volgende zin enkelvoudig of samengesteld?

Als je nu niet doorloopt, krijg je een knal.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 5 - Quiz

Hoe kom je er achter of een zin een hoofdzin of een bijzin is?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe zat het ook alweer?
Een zin kan enkelvoudig (één persoonsvorm) of samengesteld (meerdere persoonsvormen) zijn.  Als een zin samengesteld is, kan deze bestaan uit hoofdzinnen of een hoofdzin en een bijzin.

Hoe herken je een hoofdzin? De pv en het ow staan naast elkaar (er kan niets tussen).
          Voorbeeld: Als ik nieuwe schoenen koop, wil ik ze meteen aan

Hoe herken je een bijzin? Je kunt nog iets tussen het ow en de pv zetten.
         Voorbeeld: Toen ik thuis kwam, stond mijn boze moeder me op te wachten.



Slide 7 - Diapositive

Beknopte bijzin
Bij een beknopte bijzin ontbreken de persoonsvorm en het onderwerp. Er is wel een verzwegen onderwerp. Dat is eigenlijk een onderwerp dat niet genoemd wordt. Het verzwegen onderwerp moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin, anders klopt de zin niet.

1. Wachtend op de bus, hielden ze elkaars hand vast. GOED

2. Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder. FOUT

Als een beknopte bijzin niet klopt (omdat het ow in de hoofd- en bijzin niet hetzelfde zijn), is er sprake van een foutieve beknopte bijzin.

Slide 8 - Diapositive

Lees de volgende zin. Het gedeelte tussen haakjes is een:

Als je dat nog een keer zegt, ( word ik boos ).
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 9 - Quiz

Lekker in de hangmat liggend, dronk hij een koud biertje.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 10 - Quiz

Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 11 - Quiz

Huppelend van blijdschap, kwam het meisje de klas binnen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 12 - Quiz

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 13 - Quiz

Aan de slag!
Maken hoofdstuk 7; paragraaf 6; opdrachten 1, 2 en 4
timer
15:00

Slide 14 - Diapositive

Onjuiste inversie

wat betekent inversie??

Slide 15 - Diapositive

inversie = omkeren
onjuiste inversie = verkeerd omkeren

en dan van de persoonsvorm en het onderwerp van een zin.


Slide 16 - Diapositive

inversie
inversie, dus omkeren van de pv voor het ow, mag alleen als:

- De zin begint met een ander zinsdeel dan het onderwerp: Door de slager wordt (pv) de koe (o) geslacht. 

- De zin een vraagzin is : Gaan )pv) we (o)morgen weer naar school?

- De zin begint met een bijzin:  Toen ik ziek was, / heb (pv) ik (o)me kapot verveeld in bed.  

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Even oefenen.....

Slide 19 - Diapositive

Gisteravond maakte hij het te laat en is hij dus vandaag niet te genieten.
A
geen inversie
B
incongruentie
C
onjuiste inversie

Slide 20 - Quiz

Morgen gaat hij naar Limburg
A
juiste inversie
B
geen inversie

Slide 21 - Quiz

Verwerkingsopdracht periode 2
Maak een podcast!

Slide 22 - Diapositive

Wat is een podcast eigenlijk?

Slide 23 - Question ouverte

Wie luister er wel eens naar een podcast?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is een podcast?
Een podcast is een audiouitzending waarbij het geluidsbestand op aanvraag wordt aangeboden door middel van webfeeds. Dankzij de introductie van draagbare mp3-spelers zoals de iPod was deze vorm van uitzenden snel populair onder radioamateurs. De term podcast is dan ook een samentrekking van iPod en broadcast (Engels voor 'uitzenden').

Slide 25 - Diapositive

Opdracht podcast
  • In tweetallen ga je in gesprek over de boeken die jullie hebben gelezen de afgelopen periode. 
  • Je zorgt ervoor dat jullie podcast interessant is om naar te luisteren. 
  • Je ervoor dat het een informatief karakter heeft. 
  • Het is belangrijk dat je er belangrijke details over het
  • boek in laat terugkomen.  
  • Stel elkaar vragen die gaan over het boek (bijvoorbeeld over personages, over de ruimte, motieven, tijd, thema, diepere laag) en laat ook zeker jullie mening terugkomen.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

Inleveren podcastopdracht
De deadline voor de opdracht is dinsdag 14 januari.

Je levert de opdracht in de classroom in.  Hier is ook een uitgebreide uitleg van de opdracht terug te vinden! 

Slide 28 - Diapositive

Aan de slag...
Vorm een tweetal.
Lees de opdracht in de classroom goed door! 
Maak nu samen een plan. (Hoe ga je je podcast doen?)
Beantwoord/ denk na over de vragen bij de opdracht in de classroom.
DEADLINE IS 14 JANUARI!



Slide 29 - Diapositive