Nederlands 1 oktober

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Nederlands vandaag

• Herhaling letterlijk/figuurlijk (5 minuten)
•  Nakijken opdr 5 blz 24 (5 minuten)
• Starten hoofdstuk 2 Lezen
• Maken opdracht 1 klassikaal 2 + 3 zelfstandig (fluisteren) (10)
• Opdracht 4 luisteren + maken
• Leerblad voor dictee> dinsdag 8 oktober dictee

Gedragsverwachting > je doet op een positieve manier met de les mee.

Leerdoel: aan het eind van de les weet je wat: titel, schrijver, afbeelding en omslag betekent. 

Herhaling

Letterlijk = het is zoals het is

of

figuurlijk = het heeft een dubbele boodschap

Letterlijk = blijven zitten

Figuurlijk = gaan staan

Dat kun je in je schrift schrijven.

De docent voelde Abdi aan de tand.

Luca trekt de stoute schoenen aan.

De tandarts voelt aan Sophia's tand.

Ik tik Valentyn op zijn rug.

Ik luister altijd graag naar dit liedje.

Dat kun je op je buik schrijven.

Ik tik Shahan op zijn vingers.

Het is altijd hetzelfde liedje met 1C.

Yunus doet alsof zijn neus bloedt.

Fenne eet een boterham.

Op kamp duurde het lang voordat de leerlingen onder zeil gingen.