Periode 1 - Les 7 Waarnemen en observeren

Theorie algemeen
Methodiek MZ
Onderwerp:
Waarnemen en observeren 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Theorie algemeen
Methodiek MZ
Onderwerp:
Waarnemen en observeren 

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen waarnemen en observeren?

Slide 2 - Question ouverte

Observeren
Observeren is doelgericht: dat wil zeggen dat je voordat je gaat observeren bedenkt waar je naar wilt kijken en waarom.

Observeren is systematisch: dat wil zeggen dat je al voordat je gaat observeren bedenkt op welke manier je je informatie gaat verzamelen, volgens welk plan.

En dan? Observatiegegevens > behandelplan

Slide 3 - Diapositive

Waarnemen

Je bent met je vriendinnen op een mooie zomerdag aan het chillen op het terras. Je kijkt naar de mensen die voorbij komen, ondertussen klets je met je vriendinnen over koetjes en kalfjes. Het valt je op dat veel vrouwelijke voorbijgangers bloemetjesjurken dragen.
Observeren

Je zou vooraf bedacht hebben wáár je gaat zitten, wat je zou willen weten, wat je observatievraag zou zijn, hoe lang de observatie zou duren, je zou een notitieblok meehebben om te kunnen turven.

Bijvoorbeeld: Hoeveel vrouwen met een bloemetjesjurk komen er tussen 13.00 en 14.00 uur voorbij lopen?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Je observeert...:
  • als je signalen krijgt dat iets mis is
  • als je vragen hebt hoe te handelen
  • als er problemen zijn
  • als je iemand beter wilt leren kennen
  • als je over iemand rapporteert
  • als je van een andere discipline een observatievraag krijgt 

Slide 6 - Diapositive

Een observatieplan
  • de aanleiding voor de observatie
  • wie je observeert en met welk doel
  • de vragen die je beantwoord wilt zien
  • de persoonlijke gegevens van de geobserveerde
  • hoe en welke hulpmiddelen je evt. gebruikt
  • de plaats, situatie, data, tijdstippen en uitvoerders
  • hoe de resultaten worden verwerkt
  • met wie je de resultaten gaat delen 

Slide 7 - Diapositive

Wat valt jou op in het volgende filmpje als je denkt aan observeren?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Valkuilen observeren
  • eigen mening van de observator
  • emotionele betrokkenheid
  • het halo-effect
  • het horn-effect

Slide 10 - Diapositive

"Observeren is een doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen en uitingen van één of meer personen of van een gebeurtenis met de bedoeling de waarnemingen te beschrijven en samen te vatten".

Observeren is dus het verzamelen van feitelijke informatie. Informatie die je kunt waarnemen.

Slide 11 - Diapositive

Het gebruik van je zintuigen
Observeren gaat over feiten zo objectief mogelijk weergeven.
Kijk uit voor aanduidingen zoals 'mevrouw is moe' wanneer je  iemand met haar ogen dicht ziet zitten. Feiten gaan over waarneembaar gedrag, duur, frequentie enzovoort.

Kijken, luisteren, tast, reuk wordt het meest gebruikt binnen professionele observaties. Voorbeelden? 

Slide 12 - Diapositive

Oefening
Observeer Kees uit Het beste voor Kees en beschrijf op een post-it of papiertje feitelijke waarnemingen van Kees.

Na het fimpje bespreken we de uitkomsten.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Observatiemethodes
Instellingen hanteren vaak bestaande observatiemethodes die je kunt gebruiken.

  • Ongestructureerd: Beschrijvende observatie. Je werkt wel vaak met 'kopjes/thema's' zodat je de informatie kunt structureren.
  • Gestructureerd: Codesystemen, turven etc.

Slide 15 - Diapositive

4 Observatiemethoden

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
Lees blz. 145 t/m blz. 148 van je theorieboek Methodiek MZ (herzien) zelfstandig door zodat je aan het eind van de les de toets kunt maken.

Maak de volgende verwerkingsopdrachten in je digitale werkomgeving Methodiek MZ:
Opdracht 1 t/m 4d van 3.11 Observeren

Laatste 15 minuten van de les: Toets

Slide 17 - Diapositive

Wie is de mol?
Wie kijkt 'Wie is de mol?' Wie is volgens jou de mol? Waarom denk je dat?

Slide 18 - Diapositive

Wie is de MOL?
En, waarom denk je dat?

Slide 19 - Carte mentale