Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2HV Lezen H2 Tekstverbanden en signaalwoorden
Lezen: H2 en H3 NN
1 / 24
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
24 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Lezen: H2 en H3 NN
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Na deze les kun je:
- chronologisch, concluderend, opsommend, tegenstellend en toelichtend verband herkennen
- de bijbehorende signaalwoorden herkennen
Slide 2 - Diapositive
Chronologisch
/ tijd
daarna, dan, eerst, inmiddels, intussen, later, nadat, nu, ooit, terwijl, toen, uiteindelijk, vervolgens, voordat.
Slide 3 - Diapositive
Concluderend
al met al, concluderend, daarom, dat houdt in, dus
Slide 4 - Diapositive
Opsomming
bovendien, daarnaast, en, niet alleen ... (maar) ook, om te beginnen, ook (nog), ten eerste, ten slotte, verder, vervolgens
Slide 5 - Diapositive
Tegenstelling
aan de ene kant … aan de andere kant, tegenover, daarentegen, echter, hoewel, maar, ofschoon, ondanks dat, toch
Slide 6 - Diapositive
Voorbeeld / toelichting
Zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie
Slide 7 - Diapositive
Tekstverbanden
Naast een chronologisch, concluderend, opsommend, tegenstellend en toelichtend tekstverband, onderscheiden we ook de volgende tekstverbanden:
-doel-middelverband
- oorzakelijk tekstverband
- redengevend tekstverband
-samenvattend
- vergelijkend tekstverband
Slide 8 - Diapositive
Doel/middel tekstverband
Bij een doel/middel tekstverband geeft de auteur een doel met daarbij een middel hoe dit doel te bereiken.
Bijbehorende signaalwoorden:
opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van
Slide 9 - Diapositive
Oorzakelijk verband
Een oorzakelijk verband laat zien waardoor iets gebeurt. Je hebt hier zelf geen invloed op.
Bijbehorende signaalwoorden:
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij, door te
Slide 10 - Diapositive
Redengevend verband
Een redengevend verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt. Je hebt hier zelf een keuze om iets wel of niet te doen.
Bijbehorende signaalwoorden:
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, vanwege
Slide 11 - Diapositive
Vergelijkend verband
Met een vergelijkend verband maakt de auteur iets duidelijk door een verschil of een overeenkomst te noemen.
Bijbehorende signaalwoorden:
in vergelijking met, net als, als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met
Slide 12 - Diapositive
Samenvattend verband
Bij een samenvattend verband wordt een verkorte weergave van informatie uit de tekst gegeven.
Bijbehorende signaalwoorden:
kortom, samengevat, met andere woorden, al met al
Slide 13 - Diapositive
Welk verband vind je in de volgende zin?
Vergeleken met vorig jaar zijn de temperaturen in de Alpen nu een stuk hoger.
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
vergelijkend
Slide 14 - Quiz
Noteer het signaalwoord en het verband:
Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op de receptie.
Slide 15 - Question ouverte
Noteer het signaalwoord en het verband:
Net als in Amerika gaan ook in Europa steeds meer mensen naar fastfoodketens.
Slide 16 - Question ouverte
Wat zou een redengevend tekstverband inhouden?
Slide 17 - Question ouverte
Wat zou een oorzakelijk tekstverband inhouden?
Slide 18 - Question ouverte
Welk verband vind je in de volgende zin?
Er brak brand uit in het stadion, waardoor de wedstrijd niet kon doorgaan.
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
vergelijkend
Slide 19 - Quiz
Welk verband vind je in de volgende zin?
Voor het proefwerk geschiedenis had ik een slecht cijfer, omdat ik er te weinig voor geleerd had.
A
concluderend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
vergelijkend
Slide 20 - Quiz
Noteer het signaalwoord en het verband:
Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.
Slide 21 - Question ouverte
Noteer het signaalwoord en het verband:
Het is dus belangrijk om regelmatig het huiswerk te controleren.
Slide 22 - Question ouverte
Noteer het signaalwoord en het verband:
Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op de receptie.
Slide 23 - Question ouverte
Aan de slag!
H3 Lezen- Lees de theorie
- Maak in Paragraaf 3 de opdracht 2 en 3
Slide 24 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Lezen H2 tekstverbanden
Janvier 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden
Novembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
*Begrijpend lezen H2, vwo 2
Décembre 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2HV Lezen H2 Tekstverbanden en signaalwoorden
Octobre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
tekst verbanden
Novembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Lezen hfst. 2
Novembre 2020
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Lezen H2:Tekstverbanden en signaalwoorden
Septembre 2020
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Lezen H2, Tekstverbanden en signaalwoorden, vwo 2
Octobre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2