Klas 3K DU Les 7-3-2022

Willkommen im Deutschunterricht
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Willkommen im Deutschunterricht

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Rückblick 

Slide 3 - Diapositive

Aufbau der Stunde
- Oefenen met de woorden van blz. 48+49 ( SO )
- oefenen met zinnen persoonlijk voornaamwoord
- oefening 38 + 39 






Slide 4 - Diapositive

Lernziele

- Je kunt het persoonlijk voornaamwoord in de 1e, 4e en 3e
    naamval toepassen
- Je kent de woorden van Kapitel 4 blz. 48+49
- Je kent het verschil tussen g of ch





Slide 5 - Diapositive

saai

Slide 6 - Question ouverte

de klimhal

Slide 7 - Question ouverte

helaas

Slide 8 - Question ouverte

leuk zijn

Slide 9 - Question ouverte

de wedstrijd

Slide 10 - Question ouverte

inspannend

Slide 11 - Question ouverte

vaak

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal naar het Duits: het entreekaartje
A
die Eintrittskarte
B
das Ticket
C
der Eingang
D
der Tipp

Slide 13 - Quiz

Vertaal naar het Duits: het feest
A
das Konzert
B
das Festival
C
feiern
D
die Party

Slide 14 - Quiz

schaffen

Slide 15 - Question ouverte

die Auswahl

Slide 16 - Question ouverte

der Hersteller

Slide 17 - Question ouverte

absichtlich

Slide 18 - Question ouverte

die Veranstaltung

Slide 19 - Question ouverte

Herhaling uitleg pers. vnw.
Kijk of je het zinsdeel kunt vervangen door:
Hij = 1e naamval
Hem = 4e naamval
aan/voor hem = 3e naamval

Pak je schema erbij!

Slide 20 - Diapositive

Die Firma schickt ___(hen) eine E-Mail.

Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 21 - Question ouverte

Der Mann kann seinen Hut nicht finden? Er sucht ___(hem) überall.
Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 22 - Question ouverte

Der Arzt operiert ___(mij) am Montag.

Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 23 - Question ouverte

Der Arzt gibt ___(mij) Tabletten gegen die Schmerzen.
Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 24 - Question ouverte

___(hij) gibt ihr Tabletten gegen die Schmerzen.

Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 25 - Question ouverte

Ich habe __ im Schwimmbad gesehen.

Kies het juiste persoonlijke vnw.
A
du
B
dir
C
dich
D
ihn

Slide 26 - Quiz

Paul schickt ____ sofort die Bilder.

Kies het juiste persoonlijke vnw.
A
ich
B
mir
C
mich

Slide 27 - Quiz

An die Arbeit
Maak nu Seite 38, Aufgabe 38

- Ik lees de tekst één keer voor. Lees mee.
- Kom je er niet uit, steek dan je vinger op.
- Ben je klaar? Maak dan oefening 40


Slide 28 - Diapositive

An die Arbeit / Hausaufgaben
leren:
 SO blz. 48+49

Heb je vragen, dan hoor ik het graag.

Slide 29 - Diapositive

Neuneinhalb Haare ab 
.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Lien

Lernziele

- Je kunt het persoonlijk voornaamwoord in de 1e, 4e en 3e
    naamval toepassen
- Je kent de woorden van Kapitel 4 blz. 49
- Je kunt een Duitse video volgen over drielingen





Slide 32 - Diapositive

Ist das Ziel erreicht?

Gibt es noch Fragen?

Slide 33 - Diapositive

Hausaufgaben
Hausaufgaben
leren: blz. 48 voor je SO


Slide 34 - Diapositive

Das Ende 
Bis zum nächstes Mal! 

Slide 35 - Diapositive