1.2 Wat is geld? les 1, 2 en 3

1.2 Wat is geld 
les 1 
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.2 Wat is geld 
les 1 

Slide 1 - Diapositive

Deze les:

Herhalen paragraaf 1.1

Uitgaven, inkomsten, spaarmotieven

1.2 Wat is geld?

--> Wat zijn de functies van geld?

--> Wat is ruilen?



Slide 2 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een vaste last

Slide 3 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een incidentele uitgave

Slide 4 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van dagelijkse utigave

Slide 5 - Question ouverte

Waarvoor sparen mensen? Noem 2 redenen ( spaarmotieven)

Slide 6 - Question ouverte

Leg aan de hand van het volgende filmpje uit wat ruilen is

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat is ruilen?

Slide 9 - Question ouverte

Directe ruil

Je ruilt het ene product tegen het andere product.

Dit noem je Directe ruil.

Slide 10 - Diapositive

Indirecte ruil

Het ruilen van producten tegen geld is indirecte ruil.

Veel duidelijker omdat het soms onduidelijk is hoeveel appels 3 peren waard is.


Ander woord voor indirecte ruil is betalen 

Slide 11 - Diapositive

Functies van geld

1. Ruilmiddel ( betaalmiddel dus)

2. Spaarmiddel ( je kan het lang bewaren, varkens niet)

3. Rekenmiddel ( zo weet je hoeveel iets waard is)

Slide 12 - Diapositive

Ruilhandel
Vroeger was er geen geld
Als mensen iets wilden hebben, moesten ze ruilen om het te krijgen. 
Je kon bijvoorbeeld appels ruilen tegen graan of suikerbieten tegen een 
kip. 
Dit werd ruilhandel genoemd. 
Handelen door te ruilen.

Slide 13 - Diapositive

Ruilhandel
Het probleem van ruilhandel was dat mensen nooit goed wisten hoeveel iets waard was. 
Daarom werd er besloten om een vast ruilmiddel te maken wat door iedereen gebruikt kon worden. 
Dit ruilmiddel was goud
Het voordeel van goud is dat het niet vergaat of bederft en moeilijk kapot
kan. 
Van goud werden de eerste munten gemaakt.

Slide 14 - Diapositive

Maken
opdracht  1 t/m 6 
blz 14 t/m 15 

Slide 15 - Diapositive

Maken
opdracht  1 t/m 5
blz 13 t/m 14 

Slide 16 - Diapositive

1.2 Wat is geld 
les 2

Slide 17 - Diapositive

Deze les:

Herhalen vorige les

Directe- en indirecte ruil, ruilhandel, functies van geld

Deze les

--> uitvinding van de munt

-->  veilig op de bank




Slide 18 - Diapositive

Wat is ruilhandel?

Slide 19 - Question ouverte

Het kopen van een spijkerbroek bij de H&M is ...
A
directe ruil
B
indirecte ruil

Slide 20 - Quiz

Geld is een ruilmiddel, dit hoort bij;
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 21 - Quiz

Ruilen zonder geld noemen we ook wel?
A
een indirecte ruil
B
een directe ruil

Slide 22 - Quiz

Je wast de auto van je vader en in ruil hiervoor krijg je een Big Mac
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 23 - Quiz

Geschiedenis van het geld

Directe ruil gebruik van schelpen en zout of klompjes goud ( goud is heel veel waard)


In Turkije en later het Romeinse rijk kwam het eerste geld ( kapotegslagen klompjes goud met een afbeelding erin)  550 v.C.



Tot na de middeleeuwen verdween het geld weer en werd er weer geruild.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Veiligheid

Steeds meer verschillende soorten munten en wisselen van geld zorgden ervoor dat het onduidelijk was.

 Maar ook dat het onveilig was om met veel geld op zak te reizen. 




Slide 26 - Diapositive

Geld
  • Elke stad heeft eigen munt... Niet heel handig voor de handel, want nu moet al het geld eerst gewisseld worden. 

  • Met als gevolg dat mensen zich gaan specialiseren in het wisselen van geld en hierdoor ontstaan banken. 

  • ook ontstond er de giro. Hierdoor kon je geld overschrijven naar een bankrekening zonder het goud/geld van de bank af te halen

Slide 27 - Diapositive

De uitvinding van het papiergeld

Marco Polo kwam het al rond 1275 tegen in China.

Europeanen geloofden het niet:  hoe kon papier zoveel waard zijn?

Pas in 1800 kwam het pas in Europa.

Papier met een vaste waarde: 
                
                    Bankbiljet

Slide 28 - Diapositive

Maken
blz 15 t/m 16
opdr 6 t/m 10 

Slide 29 - Diapositive

Maken
blz 16 t/m 17
opdr 7 t/m 10

Slide 30 - Diapositive

1.2 Wat is geld 
les 3

Slide 31 - Diapositive

Deze les:

Herhaling vorige les

uitvinding van de bank en de munt

Deze les

-->  (Papiergeld)

-->  Elecktronisch betalen




Slide 32 - Diapositive

Geld is een ruilmiddel wanneer ...
A
je iets koopt.
B
je geld in je spaarpot doet.
C
een rekensom maakt.
D
geld wit wast.

Slide 33 - Quiz

Banken

Je kan het ontstaan van banken uitleggen

je kan uitleggen waarom banken ontstonden

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

De uitvinding van het papiergeld

Marco Polo kwam het al rond 1275 tegen in China.

Europeanen geloofden het niet:  hoe kon papier zoveel waard zijn?

Pas in 1800 kwam het pas in Europa.

Papier met een vaste waarde: 
                
                    Bankbiljet

Slide 36 - Diapositive

Elektronisch betalen
1. pinpas
2. laptop
3. mobiel

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Elektronisch  betalen
1988 --> voor het eerst met de pin betalen

1998 --> steeds meer mensen via het internet betalen ( Paypal, iDeal)

2014 --> mogelijkheden om te belaten met je pas of mobiel zonder een code in te toetsen

Slide 39 - Diapositive

Maken
blz 18 t/m  19
opdr 11 t/m 16 

Slide 40 - Diapositive

Maken
blz 16 t/m 17 
opdr 11 t/m 14 

Slide 41 - Diapositive