2.2 Waarom zou je sparen?

2.2 Waarom zou je sparen?
Klas 2 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.2 Waarom zou je sparen?
Klas 2 

Slide 1 - Diapositive

Terugblik les 2.1

Slide 2 - Diapositive

2.1 Pinpas of portemonee?
Directe ruil:
Je ruilt goederen en diensten zonder gebruik te maken van geld
Indirecte ruil:
Je gebruikt geld als ruilmiddel

Slide 3 - Diapositive

2.1 Pinpas of portemonee?
Electronisch betalen

Slide 4 - Diapositive

2.1 Pinpas of portemonee?
Giraal geld wordt chartaal geld als je het opneemt bij een geldautomaat

Slide 5 - Diapositive

2.2 Waarom zou je sparen?
Deze les leer je:
  • Wat de functies van geld zijn
  • Welke redenen je kunt hebben om te sparen
  • Wat rente is

Slide 6 - Diapositive

Wat kun je eigenlijk allemaal met geld doen?

Slide 7 - Carte mentale

2.2 Waarom zou je sparen?
Geldfuncties (-> hoe je geld gebruikt)
  1. Ruilmiddel
  2. Spaarmiddel
  3. Rekenmiddel.
Ruilmiddel:
Je koopt er iets mee (ruilt het voor een product of dienst)
Spaarmiddel:
Je bewaart je geld om het later uit te geven
Rekenmiddel:
De waarde van iets wordt uitgedrukt in geld. 
Bijv.: "het shirt in de etalage kost €20"

Slide 8 - Diapositive

Wat is sparen eigenlijk?

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Vidéo

2.2 Waarom zou je sparen?
Sparen:
  • het niet uitgeven van je geld, maar het bewaren voor later.

Slide 11 - Diapositive

Als jij spaart, waar doe je dat dan voor?

Slide 12 - Carte mentale

Ik heb 867,89 euro op mijn spaarrekening. Ik krijg 0,75% rente. Hoeveel euro is dat?

Slide 13 - Question ouverte

Ik heb 1896,76 euro op mijn bankrekening. Ik krijg 2,3% rente. Hoeveel euro is dit?

Slide 14 - Question ouverte

2.2 Waarom zou je sparen?
Redenen om te sparen (spaarmotieven):
  • Voor een doel (-> om over een tijdje een bepaald iets te kunnen kopen)
  • Uit voorzorg (-> zodat je geld hebt voor als je onverwacht iets moet betalen)
  • Voor de rente (-> je krijgt rente van de bank).

Slide 15 - Diapositive

2.2 Waarom zou je sparen?
Aan het werk met de oprdachten van 2.2

Je gaat maken:
opdracht 15, 16, 17, 20, 22, 23, 24 en 26.

Succes!

Slide 16 - Diapositive