Momenten en koppels

De eenheid van kracht is
A
kg
B
N
C
N/m
D
N/kg
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
LandbouwtechniekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De eenheid van kracht is
A
kg
B
N
C
N/m
D
N/kg

Slide 1 - Quiz

De eenheid van een moment is
A
kg
B
N
C
N/m
D
N/kg

Slide 2 - Quiz

Een moment = kracht x arm
A
N = N/m x m
B
N/m = kg x m
C
N = N x m
D
N/m = N x m

Slide 3 - Quiz

Massa druk je uit in
A
N
B
ton
C
N/m
D
kg

Slide 4 - Quiz

Je moet een bout vastzetten met 200N/m. De arm van de momentsleutel is 0,5 m.
Hoeveel kracht moet je gebruiken
A
100N
B
200N
C
400N
D
50N

Slide 5 - Quiz

Een ploeg hangt 2 m achter de achteras van de trekker.
De ploeg heeft een massa van 950KG.
Wat is het moment op de achteras?
A
1.900kg
B
19.000kg
C
1.900N/m
D
19.000N/m

Slide 6 - Quiz

Een koppel is...........
.........................................................
waardoor een draaiende beweging ontstaat
A
twee tegengestelde krachten
B
twee gelijkgestelde krachten
C
twee tegengestelde momenten
D
twee gelijkgestelde momenten

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurt er met de trekker?
A
naar voren met een kracht erop van 50N
B
naar voren met een kracht erop van 150N
C
naar achteren met een kracht erop van 50N
D
naar achteren met een kracht van 150N

Slide 8 - Quiz

Hoe groot is het koppel op de tap?
A
450N/m
B
90N/m
C
45N/m
D
9N/m

Slide 9 - Quiz

Bij beide pijlen
F = 10N
Wat is het koppel?
A
0,8N/m
B
0,4N/m
C
80N/m
D
40N/m

Slide 10 - Quiz