SPQR Les 8 Persoonsvormen

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Het Latijnse werkwoord

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

clamant
A
enkelvoud (hij/zij/het)
B
meervoud (zij)
C
Infinitivus (hele werkwoord)

Slide 4 - Quiz

venit
A
enkelvoud (hij/zij/het)
B
meervoud (zij)
C
Infinitivus (hele werkwoord)

Slide 5 - Quiz

bibere
A
enkelvoud (hij/zij/het)
B
meervoud (zij)
C
Infinitivus (hele werkwoord)

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

sedemus
sedes
sedetis
sedeo
jullie zitten
jij zit
ik zit
wij zitten

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Diapositive

Zet een streepje tussen de stam en de uitgang:

faves

Slide 11 - Question ouverte

Zet een streepje tussen de stam en de uitgang:

recusamus

Slide 12 - Question ouverte

Zet een streepje tussen de stam en de uitgang:

pono

Slide 13 - Question ouverte

Bij welke stamgroep hoort:

dormire
A
a-stam
B
e-stam
C
mk-stam
D
i-stam

Slide 14 - Quiz

Bij welke stamgroep hoort:

docēre
A
a-stam
B
e-stam
C
mk-stam
D
i-stam

Slide 15 - Quiz

Bij welke stamgroep hoort:

discedere
A
a-stam
B
e-stam
C
mk-stam
D
i-stam

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Zet streepjes tussen stam, (bindvocaal) en uitgang:

debent (debēre)

Slide 18 - Question ouverte

Zet streepjes tussen stam, (bindvocaal) en uitgang:

tradis (tradere)

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal de persoonsvorm

dormio
(dormire = slapen)

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal de persoonsvorm

retinetis
(retinere = tegenhouden)

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal de zin:
Quod semper clamas, verba patris non audimus.
(quod = omdat)

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive