Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
2022 - 2023
Slide 1 - Diapositive
Practicum, huidmondjes
Practicum, vaatbundels
Slide 2 - Diapositive
Deze les
- Terugblik 3.1 zijn de leerdoelen behaald?
- Introductie leerdoelen 3.2 (klassikaal)
- Verwerking leerdoelen
- Afsluiting les
Volgende les (vrijdag 20 jan):
Practicum huidmondjes Verwerken leerdoelen 3.2
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Hoe noem je het geheel van alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied?
A
Ecosysteem
B
Ecologie
C
Abiotische factoren
D
Biotische factoren
Slide 5 - Quiz
Kikkers leven graag in de buurt van een vijver met veel waterplanten en oeverplanten. Tussen de planten kunnen de kikkers schuilen voor bijvoorbeeld reigers. Omdat kikkers koudbloedig zijn, hebben ze een ondiepe vijver nodig die in de zon ligt, zodat het water snel opwarmt. Ook gaan ze vaak op zoek naar een vijver met kleinere vissen. Grote vissen eten namelijk soms de kikkervisjes op. Noem 2 abiotische factoren voor de kikker die in de tekst hierboven worden genoemd.
Slide 6 - Question ouverte
Deze plant klimt m.b.v. hechtwortels langs andere planten omhoog, naar het licht. De planten hebben deze aanpassingen om omhoog te klimmen, om zo voldoende zonlicht te krijgen voor de fotosynthese.
A
Klimop
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozetten
Slide 7 - Quiz
Een planteneter heeft....
A
Knipkiezen en hoektanden
B
Plooikiezen en snijtanden
Slide 8 - Quiz
Een haaksnavel is voor het eten van..
A
planten
B
zaden
C
vlees
D
insecten
Slide 9 - Quiz
Zal de vogel van de afbeelding
grijppoten hebben?
Tip: welke snavel zie je?
Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Question ouverte
De vogel is een warmbloedig dier. Leg uit hoe de vogel toch warm kan blijven bij lage temperatuur.
Slide 11 - Question ouverte
Een bepaalde woestijnplant heeft bladeren met gifstoffen. Is dit een aanpassing aan een biotische of abiotische factor? Leg je antwoord uit.
Slide 12 - Question ouverte
Opdracht:
Bespreek in 2-tallen.
Welke vragen gingen goed? Welke leerdoelen kun je daar aan koppelen? Welke vragen gingen niet zo goed? Welke leerdoelen kun je daaraan koppelen?
Leerdoelen 3.1
timer
3:00
Ruim je laptop op.
Slide 13 - Diapositive
Boek blz 147 - 157
1
2
4 en 5
Omcirkel de leerbronnen in je boek!
Slide 14 - Diapositive
Maak opdracht 5 en 6
klaar = verder werken
1
2
4 en 5
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Welke onderdelen zitten er in een plantencel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
plantencel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern
Slide 18 - Question de remorquage
De bloem (orgaan van een plant) is voor de ...
A
transport en stevigheid
B
Voedingsstoffen maken door fotosynthese
C
opnemen van water en mineralen
D
Voortplanting, zorgen voor vruchten en zaden
Slide 19 - Quiz
Hoe noem je de onderdelen 2 en 4?
A
2 = bladgroenkorrels
4= huidmondje
B
2 = bladmoes
4= nerf
C
2 = opperhuid
4= bladgroenkorrels
Slide 20 - Quiz
Met welk nummer wordt het houtvat aangegeven?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 21 - Quiz
Samen lezen blz 150
Wat zien we op het plaatje?
Opdracht!
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Blz 152 / 153
Slide 25 - Diapositive
Vervolg les
Maak de vragen uit je werkboek die bij 3.2 horen.
Klaar = nakijken, je fouten omcirkelen!
Huiswerk do 25 jan.
Maken en nakijken 3.2
leren bron 1, 2, 4 en 5
timer
10:00
Slide 26 - Diapositive
Afsluiting les:
Noem minstens 2 begrippen die je nog niet kende en nu wel.