1.4 Mengsels t3

1.4 Mengsels
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

1.4 Mengsels

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
We gaan verschillende soorten mengsels bekijken en maken.

Volg deze LU stap voor stap om paragraaf 1.4 te snappen. 



Slide 2 - Diapositive

3 soorten mengsels
Vandaag leer je om 3 soorten mengsels te maken en herkennen aan hun eigenschappen. 

1. Oplossing
2.  Suspensie
3. Emulsie

Slide 3 - Diapositive

Oplossing
Een oplossing is altijd helder.

Een oplossing bestaat uit een oplosmiddel waarin een vloeistof, vaste stof of gas in is opgelost.

Oplosmiddelen zijn vaak water of alcohol. 
Helder: doorzichtig, je kunt er dus doorheen kijken. Je ziet bij het plaatje hiernaast het lepeltje duidelijk. 

Slide 4 - Diapositive

Op moleculair niveau ziet het oplossen van een stof er zo uit. Je ziet dat de moleculen van de suiker tussen de watermoleculen gaan zitten. 

Slide 5 - Diapositive

Filmpje oplosing
In het volgende filmpje zie je hoe een oplossing gemaakt wordt. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Stoffen mengen in een reageerbuis

Als je stoffen gaat mengen in een reageerbuis is het belangrijk dat je dat voorzichtig doet. Je kunt niet gewoon je duim erop doen en schudden. 

In het filmpje hierna zie je hoe je een vaste stof in een vloeistof mengt. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Practicum 1: Oplossen
Doel: het oplossen van een vaste stof leren kennen. 

Nodig: reageerbuisrekje, leeg buisje, geodriehoek, flesje demi-water, potje zout, spatellepel. 

Doen:
1. Doe 3 cm water in een lege buis, voeg 1 schepje zout toe. 
2. Meng de vaste stof met de vloeistof tot het zout weg is
3. Zet het buisje in je reageerbuisrekje. 

Slide 10 - Diapositive

Is het zout opgelost in het water?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je zo'n mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 12 - Quiz

Suspensie
Een suspensie is troebel. 

Een suspensie bestaat uit een vloeistof waarin een vaste stof rondzweeft. 

Na een tijdje zinkt de vaste stof naar beneden en vormt daar een laagje. 
Troebel: ondoorzichtig, je kunt er niet doorheen kijken. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Practicum 2: Suspensie
Nodig: reageerbuisrekje, leeg buisje, geodriehoek, flesje demi-water, potje krijt, spatellepel. 

Doen:
1. Doe 3 cm water in een lege buis, voeg 1 schepje krijt toe.
2. Meng tot je een troebele vloeistof krijgt. 
3. Zet het buisje in je reageerbuisrekje. 

Slide 15 - Diapositive

Is het krijt opgelost in het water?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je zo'n mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 17 - Quiz

Emulsie
Een emulsie bestaat uit een vloeistof waarin een andere vloeistof is gemengt. 

Na een tijdje ontmengen de vloeistoffen van elkaar. 

Slide 18 - Diapositive

Om een emulsie toch te laten mengen kun je een emulgator toevoegen. Dit stofje gaat om de oliedruppeltjes heen zitten en zorgt er voor dat ze door het water heen blijven zitten. Nu lijkt het toch gemengt. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Practicum 3: Emulsie
Nodig: reageerbuisrekje, leeg buisje, geodriehoek, flesje demi-water, potje erlenmeier met olie, druppelpipet, dopjes.

Doen:
1. Doe 3 cm water in een lege buis, voeg 2 cm olie toe.
2. Doe een dopje op het buisje en schud even flink. 
3. Zet het buisje in je reageerbuisrekje. 

Slide 21 - Diapositive

Is de olie opgelost in het water?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Hoe noem je zo'n mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Practicum 4: Emulgator
Nodig: je emulsie, flesje afwasmiddel

Doen:
1. Voeg een halve centimeter afwasmiddel aan de emulsie toe. 
2. Doe het dopje weer op het buisje en schud even flink. 
3. Zet het buisje in je reageerbuisrekje. 

Slide 25 - Diapositive

Hoe noem je het afwasmiddel?
A
Emulsie
B
Emulgator

Slide 26 - Quiz

Kijk weer even terug bij je suspensie. Wat neem je waar?

Slide 27 - Question ouverte

Een suspensie kun je scheiden door te filtreren. 

Slide 28 - Diapositive

Bekijk goed hoe je het filtreerpapier moet vouwen. 

Slide 29 - Diapositive

Practicum 5: filtreren
Nodig: het buisje met de suspensie, leeg buisje, filtreerpapiertje, trechter, flesje met demi-water.

Doen:
1. Zet de trechter op het lege buisje. 
2. Doe het filtreerpapier volgens de afbeelding in de trechter.
3. Maak het filtreerpapier een klein beetje nat met demi-water. 
4. Meng de suspensie weer even goed en giet de suspensie over in de trechter. Wacht even tot het water is doorgelopen. 

Slide 30 - Diapositive

Wat is hier het filtraat?
A
Het krijt
B
Het water in het buisje

Slide 31 - Quiz

Wat is hier het residu?
A
Het krijt
B
Het water

Slide 32 - Quiz

Vragen en Filmpje
Maak eerst de vragen van 1.4

Ben je klaar, bekijk dan het volgende filmpje van meneer Wietsma. 

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo