1.4 Mengsels

1.4 Mengsels
Als het goed is heb je het grootste deel van de opdrachten al gemaakt. 

Vandaag staat in het teken van een practicum 
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

1.4 Mengsels
Als het goed is heb je het grootste deel van de opdrachten al gemaakt. 

Vandaag staat in het teken van een practicum 

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Je kunt uitleggen wat een oplossing is.
 Je kunt uitleggen wat een suspensie is.
 Je kunt uitleggen wat een emulsie is.
 Je kunt herkennen of een mengsel een oplossing, een suspensie of een emulsie is.
 Je kunt voorbeelden van de verschillende typen mengsels noemen.

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
We gaan verschillende soorten mengsels bekijken en maken.

Volg deze LU stap voor stap om paragraaf 1.4 te snappen. 



Slide 3 - Diapositive

3 soorten mengsels
Vandaag leer je om 3 soorten mengsels te maken en herkennen aan hun eigenschappen. 

1. Oplossing
2.  Suspensie
3. Emulsie

Slide 4 - Diapositive

Oplossing
Een oplossing is altijd helder.

Een oplossing bestaat uit een oplosmiddel waarin een vloeistof, vaste stof of gas in is opgelost.

Oplosmiddelen zijn vaak water of alcohol. 
Helder: doorzichtig, je kunt er dus doorheen kijken. Je ziet bij het plaatje hiernaast het lepeltje duidelijk. 

Slide 5 - Diapositive

Stoffen mengen in een reageerbuis

Als je stoffen gaat mengen in een reageerbuis is het belangrijk dat je dat voorzichtig doet. Je kunt niet gewoon je duim erop doen en schudden. 

In het filmpje aan het einde van deze les zie je nog een keer hoe je een vaste stof in een vloeistof mengt. 

Slide 6 - Diapositive

Emulsie
Een emulsie bestaat uit een vloeistof waarin een andere vloeistof is gemengd.

Na een tijdje ontmengen de vloeistoffen van elkaar. 

Slide 7 - Diapositive

Practicum 1: Emulsie
Nodig: reageerbuisrekje, leeg buisje, flesje demi-water,  
druppelflesje met olie, dopje.

Doen:
1. Doe 3 cm demi-water in een lege buis, voeg 2 cm olie toe.
2. Doe een dopje op het buisje en schud even flink. 
3. Zet het buisje in je reageerbuisrekje. 

Slide 8 - Diapositive

Is de olie opgelost in het water?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je zo'n mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 10 - Quiz

Practicum 2: Oplossen
Doel: het oplossen van een vaste stof leren kennen. 

Nodig: reageerbuisrekje, leeg buisje, flesje demi-water, potje zout, spatel. 

Doen:
1. Doe 1 spatelpunt zout in de buis. Voeg 3 cm water toe. 
2. Meng de vaste stof met de vloeistof tot je het zout niet meer ziet
3. Zet het buisje in je reageerbuisrekje. 

Slide 11 - Diapositive

Is het zout opgelost in het water?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je zo'n mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 13 - Quiz

Suspensie
Een suspensie is troebel. 

Een suspensie bestaat uit een vloeistof waarin een vaste stof rondzweeft. 

Na een tijdje zinkt de vaste stof naar beneden en vormt daar een laagje. 
Troebel: ondoorzichtig, je kunt er niet doorheen kijken. 

Slide 14 - Diapositive

Practicum 3: Suspensie
Nodig: reageerbuisrekje, leeg buisje, flesje demi-water, potje krijt (Calciumcarbonaat), spatel. 

Doen:
1. Doe 1 spatelpunt krijt in de buis. Voeg 3 cm demi-water toe.
2. Meng tot je een troebele vloeistof krijgt. 
3. Zet het buisje in je reageerbuisrekje. 

Slide 15 - Diapositive

Is het krijt opgelost in het water?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je zo'n mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 17 - Quiz

Practicum 4: Emulgator
Nodig: je emulsie, flesje afwasmiddel

Doen:
1. Voeg twee druppels afwasmiddel aan de emulsie toe. 
2. Doe het dopje weer op het buisje en schud even flink. 
3. Zet het buisje in je reageerbuisrekje. 

Slide 18 - Diapositive

Hoe noem je het afwasmiddel?
A
Emulsie
B
Emulgator

Slide 19 - Quiz

Kijk weer even terug bij je suspensie. Wat neem je waar?

Slide 20 - Question ouverte

Een suspensie kun je scheiden door te filtreren. 

Slide 21 - Diapositive

Bekijk goed hoe je het filtreerpapier moet vouwen. 

Slide 22 - Diapositive

Practicum 5: filtreren
Nodig: het buisje met de suspensie, leeg buisje, filtreerpapiertje, 
trechter, flesje met demi-water.

Doen:
1. Zet de trechter op het lege buisje. 
2. Doe het filtreerpapier volgens de afbeelding in de trechter.
3. Maak het filtreerpapier een klein beetje nat met demi-water. 
4. Meng de suspensie weer even goed en giet de suspensie over in de trechter. 
5. Wacht even tot het water is doorgelopen. 

Slide 23 - Diapositive

Wat is hier het filtraat?
A
Het krijt
B
Het water in het buisje

Slide 24 - Quiz

Wat is hier het residu?
A
Het krijt
B
Het water

Slide 25 - Quiz

Vragen en Filmpje
Maak eerst de vragen van 1.4

Ben je klaar, bekijk dan het volgende filmpje van meneer Wietsma. 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Doelen
Je kunt uitleggen wat een oplossing is.
 Je kunt uitleggen wat een suspensie is.
 Je kunt uitleggen wat een emulsie is.
 Je kunt herkennen of een mengsel een oplossing, een suspensie of een emulsie is.
 Je kunt voorbeelden van de verschillende typen mengsels noemen.

Slide 28 - Diapositive

Heb je de doelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Op moleculair niveau ziet het oplossen van een stof er zo uit. Je ziet dat de moleculen van de suiker tussen de watermoleculen gaan zitten. 

Slide 30 - Diapositive

Filmpje oplosing
In het volgende filmpje zie je hoe een oplossing gemaakt wordt. 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Vidéo

Slide 34 - Vidéo

Om een emulsie toch te laten mengen kun je een emulgator toevoegen. Dit stofje gaat om de oliedruppeltjes heen zitten en zorgt er voor dat ze door het water heen blijven zitten. Nu lijkt het toch gemengt. 

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Vidéo