Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
1.5 De nieuwe wereld
Slide 1 - Diapositive
Tijdvak 5: Ontdekkers & Hervormers
Slide 2 - Diapositive
leerdoelen:
- Hoe veranderde Spanje de maatschappij in Amerika?
Slide 3 - Diapositive
Kolonisatie
Vanaf 16e eeuw
Engelsen, Fransen, Spanjaarden, Nederlanders
Handelsposten
Oostkust & zuiden
Slide 4 - Diapositive
Kolonisatie
-Spanjaarden stichten kolonies in de nieuwe wereld
-Ecomienda: (rijke)spanjaarden krijgen grond in Amerika inclusief indianen.
-Haciendas: Grote landgoederen in Amerika, Indianen werken hier als slaven
Slide 5 - Diapositive
Behandeling indianen door Spanjaarden.
Indianen te werk gesteld in mijnen en landbouwbedrijven=> haciëndas.
Indianen gratis arbeiders, arbeid als belasting.
Indianen werden slecht behandeld, mishandeld, werden ziek door Europese ziektes (mazelen, pokken, griep, typhus) en stierven massaal daaraan.
Slide 6 - Diapositive
Nieuwe wetten.
Nieuwe wetten om de behandeling van de indianen te verbeteren.
Indianen werden nu onderdanen van de Spaanse koning en moesten goed behandeld worden. Geen mishandeling. Maar dan moesten ze wel in het christendom geloven.
Met klachten konden indianen naar een rechtbank.
Slide 7 - Diapositive
De behandeling van Indianen
Indianen slecht behandeld, daarnaast ook veel Europese ziektes.
Hierdoor ontstaan van De Nieuwe Wetten in 1542 > Indianen mochten niet meer mishandeld worden en kregen rechten.
Door deze wetten vervangen door Afrikanen > ontstaan Trans-Atlantische slavenhandel > Driehoekshandel.
Slide 8 - Diapositive
Maatschappelijke veranderingen
-Oorspronkelijke bevolking->bekeren tot christendom
-Oude gebruiken en tradities -> verloren
-Soms vermeningen van culturen -> Mestizering
-Huidskleur en afkomst bepaald aanzien -> blank nmr 1
Slide 9 - Diapositive
Mestizering: vermenging van bevolkingsgroepen in Zuid- en Midden-Amerika.
Nieuw bestuur: onderkoningen kwamen uit hoge Spaanse adel en werden door de koning van Spanje benoemd.
Onderkoningen werden nauwelijks gecontroleerd en hadden in feite onbeperkte macht.