Hoofdstuk 42 - Zondagmiddag, Paul kiest

• NT2
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Hoofdstuk 42 - Zondagavond, Paul kiest

Lezen

Lees de tekst.

Ken je een woord niet? Zoek het op!

Zoek niet de hele zin op!

Probeer zelf te lezen, niet met Google Translate.

Schrijf nieuwe woorden op! 

Lees de tekst

Paul zegt: 'Ik wil voetbal kijken. Op de televisie is een mooie wedstrijdt.' 'Leuk!' zegt Jos. 'Leuk!' zegt Paula. Maar ze denkt: bah, ik houd niet van voetbal. Paul, Paula en Jos zitten samen op de bank. Ze eten pizza en ze kijken naar de wedstrijd. 'Wat een geweldig team!' roept Jos. 'Ja',  zegt Paul, 'ze voetballen heel goed!' En Paula? Paula slaapt. Na drie kwartier staat Paul op. Paula doet haar ogen open. 'Is de wedstrijd klaar?' vraagt ze. 

Paula heeft zin om voetbal te kijken.

1. waar
2. niet waar

Waar zitten Paul, Paula en Jos?

1. Ze zitten op stoelen
2. Ze zitten op stoelen en de bank
3. Ze zitten allemaal op de bank

Welke zin klopt?

1. Paul en Jos zijn enthousiast
2. Paul en Jos zijn verliefd
3. Paul en Jos zijn boos

Paula kijkt ook naar de wedstrijd

1. waar
2. niet waar

Paula slaapt de hele wedstrijd

1. waar
2. niet waar

Lees de tekst

'Nee,' lacht Paul, 'het is pauze. Ik haal bier voor Jos. Wil je ook?' 'Nee, dank je,' zegt Paula. De wedstrijd begint weer. Paula denkt: ik heb zin in thee. Ze loopt naar de keuken. Dan hoort ze Paul en Jos. 'JAAAA! GOAL!!' roepen ze. 'Het is 2-1! 2-1 voor Groningen!'

Paula drinkt hetzelfde als Jos en Paul

1. waar
2. niet waar

Wat gebeurt er als Paula in de keuken is

1. Groningen schiet de bal in het doel
2. Groningen schiet de bal naast het doel
3. Groningen verliest de wedstrijd

Paul en Jos zijn fan van Groningen

1. waar
2. niet waar

Groningen wint de voetbalwedstrijd

1. waar
2. niet waar