Menuleer

Menuleer
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Menuleer

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen/ Na deze les kun je:

  • Benoemen aan welke regels een menu moet aan voldoen
  • Benoemen waar een standaard couvert aan moet voldoen
  • Een menu ontwerpen volgens deze regels.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

10 basisregels bij het samenstellen van een menu

  1. Pas de keuze voor de maaltijd aan het gezelschap aan ( kinderen, zakelijk gezelschap)
  2. Afwisseling in kleur en smaak van de gerechten en in de volgorde van opdienen.
  3. Een voedingsproduct mag maar één keer in een menu voorkomen. Dit geldt niet voor champignons, aardappelen en room 
  4. Gebruik verschillende bereidingswijzen voor de gerechten.
  5. De visschotels worden voor vleesschotels geserveerd.
  6. Houd bij de keuze van je menu rekening met seizoensproducten.
  7. Serveer nooit twee koude bereidingen na elkaar.
  8. Wanneer je verschillende vleesschotels op het menu hebt, dan komt het rood vlees steeds voor het wit vlees of wild.
  9. Er moet een opbouw zitten in de samenstelling van het menu.
  10. De hoeveelheid per gang wordt opgebouwd, met als hoogtepunt het hoofdgerecht, daarna een afbouw.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is een menu?
A
een combinatie van gerechten.
B
een klein hapje voorafgaand aan een diner.
C
een onderdeel van een maaltijd.
D
een zelfstandig hoofdgerecht.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Menu:
een menu bestaat minimaal uit ...... gangen
A
1 gang
B
2 gangen
C
3 gangen
D
4 gangen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddel kun gebruiken?
A
Zalm
B
ei
C
Biefstuk
D
ansjovis

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

je maakt een vegetarisch menu. Wat kun je niet gebruiken?
A
ei
B
spinazie
C
noten
D
haring

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mevrouw De Wit is wat te zwaar en wil graag afvallen. Je ziet dat ze voor vanavond het eten heeft voorbereid: Een stukje kipfilet, rode kool uit een pot en aardappelen. Mevrouw Kuiper vraagt aan jou advies over haar menu. Welk advies is het best?
A
De aardappelen vervangen voor zilvervliesrijst
B
Producten uit de schijf van Vijf kiezen, dit is een gezond menu
C
De rode kool uit pot vervangen voor verse rode kool
D
Het stukje kipfilet vervangen voor een worstje

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddelen of gerechten kun je gebruiken?

Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.

A
spinazie
B
ansjovis
C
tofu
D
gelatine

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddel kun gebruiken?
A
Zalm
B
ei
C
Biefstuk
D
ansjovis

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips:
  • Een voorgerecht moet de eetlust opwekken. (licht)
  • Een hoofdgerecht moet zorgen voor een vol gevoel.(zwaar) (verzadiging)
  • Een nagerecht moet de maaltijd afsluiten.(licht)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moet een menu aan voldoen?
  • Afwisseling in kleurstelling
  • Afwisseling in bereidingstechnieken
  • Afwisseling in gerechten
  • Seizoen 
  • Smaak

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorgerecht
  • Koud voorgerecht
  • Soep
  • Warm voorgerecht 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdgerecht

  1.  Vis 
  2. Vlees
  3. Wild 
  4. Gevogelte
  5. Vegetarisch
Nagerecht

  1. Kaas
  2. Zoet en warm
  3. Zoet en koud
  4. IJs
  5. Fruit

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort niet bij het hoofdgerecht?
A
Opgebakken aardappeltjes
B
Worteltjes
C
Brood met kruidenboter
D
Patat

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar bestaat een standaard couvert uit?
A
Bloemen, peper en zout, kaarsje of lichtje
B
Menukaart, tandenstokers, olie en azijn
C
Grote vork, groot mes, grote lepel, servet, side plate en wijnglas
D
Grote vork, groot mes, water glas

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

A la Carte dan stel je je eigen gerechten samen. Zoals je ziet is er al een verdeling gemaakt in voor, hoofd en nagerechten.
Maak je eigen menu met 4 gangen

  • Houd rekening met de regels.
  • Omschrijf het gerecht en waarom je voor dit gerecht kiest.
  • Geef aan bij welke gang dat gerecht hoort.
  • Zorg voor een mooie lay-out die op één A4 past.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je de leerdoelen behaald?
Waar heb je nog hulp bij nodig?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions