B4.1, zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

1 Zenuwstelsel

Doel van de les: 

je kunt de delen en de functie van het zenuwstelsel noemen

je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen

Hoe zorgt je lichaam ervoor dat je doet wat je moet/wilt doen?

BOUW

Prikkels

Prikkels
Zintuigcellen
Impulsen
Zenuwen
Hersenen
Zenuwen
Spieren/klieren

prikkel

impuls

Typen zenuwcellen

zenuwcel met korte uitlopers

zenuwcel met lange uitlopers

Zenuwen

Meerdere impulsen via meerdere uitlopers
Die uitlopers liggen bij elkaar: vormen een zenuw
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje
Om een zenuw zit bindweefsel

Begrippen

centrale zenuwstelsel

     hersenen

     ruggenmerg

zenuwen

prikkel

impulsen

cellichaam

uitlopers

Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig

Lichtzintuig

Reukzintuig

Smaakzintuig

Gehoorzintuig

Licht

Geur

Geluid

Stoffen in voedsel

waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?

1. hersenen
2. hersenen en zenuwen
3. hersenen, zenuwen en ruggenmerg
4. hersenen en ruggenmerg

wat is een impuls?

1. een elektrisch signaal
2. een zenuwcel
3. een hersenonderdeel

waaruit bestaat een zenuwcel

1. uit uitlopers
2. uit uitlopers en cellichaam
3. uit cellichaam
4. uit uitlopers een cellichaam en hersenen

kan een impuls van een zintuig naar het centrale zenuwstelsel lopen?

1. ja
2. nee

Kan een impuls van het centrale zenuwstelsel naar een spier lopen?

1. ja
2. nee