4.1 Het zenuwstelsel

Het  zenuwstelsel
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het  zenuwstelsel

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les: 
je kunt de delen en de functie van het zenuwstelsel noemen

je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen


Wat gaan we vandaag doen?
  • (zoekkaart)
  • Vragen over toets
  • Nieuw thema: Regeling
  • Uitleg over het zenuwstelsel
  • Vragen over het zenuwstelsel
  • Huiswerk 

Slide 2 - Diapositive

Doel van de les: 
je kunt de delen en de functie van het zenuwstelsel noemen

je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen


Wat moet je kunnen aan het eind van deze les?
  • Je kunt benoemen uit welke onderdelen het zenuwstelsel bestaat.
  • Je kunt het verschil tussen een prikkel en een impuls uitleggen.
  • Je kunt de onderdelen van een zenuwcel benoemen.
  • Je kunt beschrijven wat een zenuw is.

Slide 3 - Diapositive

Doel van de les: 
je kunt de delen en de functie van het zenuwstelsel noemen

je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen


  • Zoekkaart: niet af is extra opdracht, nl determinatietabel van de leerlingen uit je klas.
  • Zijn er nog vragen over de toets van morgen? (SOORT!) 

Slide 4 - Diapositive

Hoe zorgt je lichaam ervoor dat je doet wat je moet/wilt doen?

Slide 5 - Diapositive

BOUW

Slide 6 - Diapositive

Prikkels
Zintuigen
  • Gezichts-vermogen
  • Gehoor
  • Smaak
  • Reuk
  • Gevoel

Slide 7 - Diapositive

Prikkels
Zintuigcellen
Impulsen
Zenuwen
Hersenen
Zenuwen
Spieren/klieren
prikkel
impuls

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

 zenuwcellen en zenuwen

Slide 10 - Diapositive

Typen zenuwcellen

Slide 11 - Diapositive

zenuwcel met korte uitlopers

Slide 12 - Diapositive

zenuwcel met lange uitlopers

Slide 13 - Diapositive

Zenuwen
Meerdere impulsen via meerdere uitlopers
Die uitlopers liggen bij elkaar: vormen een zenuw
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje
Om een zenuw zit bindweefsel

Slide 14 - Diapositive

Welke begrippen zijn er deze les behandeld?


centrale zenuwstelsel
     hersenen
     ruggenmerg
zenuwen

prikkel
impulsen


Zenuwcel
   cellichaam
   uitlopers

Zenuw




Slide 15 - Diapositive

Doel van de les: 
je kunt de delen en de functie van het zenuwstelsel noemen

je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen


Wat moet je kunnen aan het eind van deze les?
  • Je kunt benoemen uit welke onderdelen het zenuwstelsel bestaat.
  • Je kunt het verschil tussen een prikkel en een impuls uitleggen.
  • Je kunt de onderdelen van een zenuwcel benoemen.
  • Je kunt beschrijven wat een zenuw is.

Slide 16 - Diapositive

Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel

Slide 17 - Question de remorquage

waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
hersenen
B
hersenen en zenuwen
C
hersenen, zenuwen en ruggenmerg
D
hersenen en ruggenmerg

Slide 18 - Quiz

wat is een impuls?
A
een elektrisch signaal
B
een zenuwcel
C
een hersenonderdeel
D
een prikkel

Slide 19 - Quiz

waaruit bestaat een zenuwcel
A
uit uitlopers
B
uit een cellichaam en uitlopers
C
uit een cellichaam
D
uit een cellichaam, uitlopers en hersenen

Slide 20 - Quiz

Kan een impuls van een zintuig naar het centrale zenuwstelsel lopen?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Kan een impuls van het centrale zenuwstelsel naar een spier lopen?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Doel van de les: 
je kunt de delen en de functie van het zenuwstelsel noemen

je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen


Huiswerk voor volgende week: 
Opdracht 1 t/m 7 van paragraaf 4.1

Slide 23 - Diapositive