week 7: werkwoorden verleden tijd

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Knuit, KTI 

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Knuit, KTI 

Slide 1 - Diapositive

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

- korte intstructie werkwoorden verleden tijd H4 spelling
- aan de slag

Leerdoelen
- Ik kan de werkwoordsvormen in de verleden tijd juist spellen

























































Vandaag in de les:

Slide 3 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer?

De kaars (branden) op de tafel.
De (verbranden) kaars staat op tafel. 
Is de kaars aan het (branden)? 
H4: spelling ww in verleden tijd

Slide 4 - Diapositive

De kaars brandde op de tafel.


PVVT:
+ de(n) of +te(n) 
Dus ook bij werkwoorden die in de stam eindigen op een -d of -t.
Bevrijden > bedvrijd > bevrijdDEN 
Verlichten > verlicht >  verlichtTEN 
H4: spelling ww in verleden tijd

Slide 5 - Diapositive


De verbrande kaars staat op tafel.


voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Zo kort mogelijk! 
H4: spelling ww in verleden tijd

Slide 6 - Diapositive


Is de kaars aan het branden


hele werkwoord = infinitief 
H4: spelling ww in verleden tijd

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag, blz. 126

Je maakt opdracht: 1, 2, 4 en 5
Eerst werk je 5 minuten in stilte, daarna mag je zachtjes samenwerken. 

Ben je klaar? Kijk na en maak opdracht 3 

H4: spelling ww in verleden tijd

Slide 8 - Diapositive

Toen men hem (vragen) wat hij (gaan) doen, (antwoorden) hij, dat hij dat nog niet (weten).
A
vraagde - ging - antwoorde - weette
B
vroeg - ging - antwoorde - wist
C
vroeg - ging - antwoordde - wist
D
vraagde - ging - antwoorde -wist

Slide 9 - Quiz

Welke werkwoordsvorm is begrote:
Het begrote bedrag is flink overschreden

Slide 10 - Question ouverte

Hoe schrijf je het bijvoeglijk gebruikt werkwoord?

Slide 11 - Question ouverte

Zijn ouders (verwachten) niet anders van hem.
A
verwacht
B
verwachte
C
verwachtte
D
verwachtten

Slide 12 - Quiz

Je hebt geleerd:
je kunt werkwoorden in de verleden tijd juist spellen
Dat leerde je door:
te doen, te luisteren en te overleggen
Hoe verder?
Vandaag sluiten we dit af

SO: donderdag 23 februari 
Afsluiter

Slide 13 - Diapositive