Les Lowan 3 deel 2

Lowan thema 3
familie en vrienden
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lowan thema 3
familie en vrienden

Slide 1 - Diapositive

Familie en vrienden

Slide 2 - Diapositive

Luister goed en zeg het woord na.

Slide 3 - Diapositive

de geboorte

Slide 4 - Diapositive

de verjaardag

Slide 5 - Diapositive

de bruiloft

Slide 6 - Diapositive

de begrafenis

Slide 7 - Diapositive

verliefd

Slide 8 - Diapositive

het liefdesverdriet

Slide 9 - Diapositive

trouwen

Slide 10 - Diapositive

samenwonen

Slide 11 - Diapositive

scheiden

Slide 12 - Diapositive

de verjaardag

Slide 13 - Diapositive

alleenstaand

Slide 14 - Diapositive

de begrafenis

Slide 15 - Diapositive


A
de ballon
B
het verjaardaag
C
de verjaardag
D
het feest

Slide 16 - Quiz


A
verliefd
B
verlieft
C
love
D
de duif

Slide 17 - Quiz


A
het gezin
B
de bruiloft
C
de brouloft
D
de wedding

Slide 18 - Quiz


A
gebroken hart
B
schijden
C
rood hart
D
scheiden

Slide 19 - Quiz


A
het liefdesverdriet
B
huilen
C
de harten
D
het liefdesverdrit

Slide 20 - Quiz

Wat hoor je?

Slide 21 - Question ouverte

Wat hoor je?

Slide 22 - Question ouverte

Wat hoor je?

Slide 23 - Question ouverte

Wat hoor je?

Slide 24 - Question ouverte

Wat hoor je?

Slide 25 - Question ouverte

Dictee: luister en schrijf.

Slide 26 - Question ouverte

Dictee: luister en schrijf.

Slide 27 - Question ouverte

  1. Hij is verliefd. 
  2. Ik denk aan mijn oma. 
  3. Hij telt zijn klasgenoten. 
  4. Zij gaat naar haar zus. 
  5. Wij luisteren naar de juf. 

Slide 28 - Diapositive

  1. Hij is verliefd. 
  2. Ik denk aan mijn oma. 
  3. Hij telt zijn klasgenoten. 
  4. Zij gaat naar haar zus. 
  5. Wij luisteren naar de juf. 

Slide 29 - Diapositive

  1. Hij is verliefd. 
  2. Ik denk aan mijn oma. 
  3. Hij telt zijn klasgenoten. 
  4. Zij gaat naar haar zus. 
  5. Wij luisteren naar de juf. 

Slide 30 - Diapositive

  1. Hij is verliefd. 
  2. Ik denk aan mijn oma. 
  3. Hij telt zijn klasgenoten. 
  4. Zij gaat naar haar zus. 
  5. Wij luisteren naar de juf. 

Slide 31 - Diapositive

  1. Hij is verliefd. 
  2. Ik denk aan mijn oma. 
  3. Hij telt zijn klasgenoten. 
  4. Zij gaat naar haar zus. 
  5. Wij luisteren naar de juf. 

Slide 32 - Diapositive

  1. Hij is verliefd. 
  2. Ik denk aan mijn oma. 
  3. Hij telt zijn klasgenoten. 
  4. Zij gaat naar haar zus. 
  5. Wij luisteren naar de juf. 

Slide 33 - Diapositive

Wat moet je doen?

Slide 34 - Diapositive