Les 9 periode 3

Startklaar
  • Telefoon in de tas
  • Zitten op je eigen plaats
  • Spullen op tafel:
      - boek en schrift
      - computer (nog niet aanzetten)
      - schrijfspullen en rekenmachine
      - planner
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Startklaar
  • Telefoon in de tas
  • Zitten op je eigen plaats
  • Spullen op tafel:
      - boek en schrift
      - computer (nog niet aanzetten)
      - schrijfspullen en rekenmachine
      - planner

Slide 1 - Diapositive

Les 9 periode 3
Hoofdstuk 6 herhalen

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Huiswerkcheck par. 6.4 
  • Herhalen lesstof met oefenvragen
  • Oefentoets
  • Afsluiten

Slide 3 - Diapositive

Doel van de les
Geen leerdoelen, maar algemene doelen:

Het herhalen van de leerstof van paragraaf 1 en 2 met behulp van de checklist.

Succesvol de groepsopdracht volbrengen!

Slide 4 - Diapositive

H6 paragraaf 1
Hoe heet iemand die voor de overheid werkt?

De 3 overheidsniveaus

Wat is infrastructuur?

Slide 5 - Diapositive

H6 paragraaf 2
Wat zijn sociale premies?
Wat is sociale zekerheid?



Particuliere- en collectieve sector

Slide 6 - Diapositive

Gemeente
Provincie
Rijksoverheid
Paspoort
Rijbewijs
Sportpark
Openbaar vervoer
Waar natuur gebieden komen
Defensie
Dijken onderhouden
Onderwijs

Slide 7 - Question de remorquage

Noem 2 voorbeelden van infrastructuur

Slide 8 - Question ouverte

Wat zijn voorbeelden van collectieve voorzieningen?
A
Politie
B
Huizen
C
De HEMA
D
Wegen

Slide 9 - Quiz

Particuliere sector
Collectieve sector
Bedrijven
Burgers
De gemeente
De rijksoverheid

Slide 10 - Question de remorquage

Je koopt 3 blikjes Red Bull in de supermarkt voor € 4,77 inclusief btw van 9%. Bereken de prijs exclusief btw.
A
€ 5,20
B
€ 4,38
C
€ 4,34
D
€ 5,01

Slide 11 - Quiz

6.3: Hoe komt de overheid aan geld?
Jij moet weten welke belasting in het boek genoemd worden.

Hoe je met btw rekent

Accijns en subsidies

Voorbeelden van niet-belastingontvangsten

Slide 12 - Diapositive

Met btw rekenen:
Van een prijs die exclusief is naar een prijs die inclusief is

Prijs : 100 x 109 OF x 121

Van een prijs die inclusief is naar een prijs die exclusief is

Prijs : 109 OF 121 x 100 

Slide 13 - Diapositive

De prijs van een broodje kipkerrie is € 1,75 exclusief 9% btw. Bereken de prijs inclusief btw.
A
€ 1,91
B
€ 0,16
C
€ 1,61
D
€ 2,12

Slide 14 - Quiz

De prijs van een paar nieuwe schoenen is € 120,50 inclusief 21%. Bereken de prijs exclusief btw.
A
€ 145,81
B
€ 25,31
C
€ 99,59
D
€ 30,62

Slide 15 - Quiz

Waarom worden er accijns op producten geheft?

Slide 16 - Question ouverte

6.4: Komt de overheid rond?
  1. Je moet weten wat een rijksbegroting is
  2. Je moet  kunnen uitleggen wat de miljoenennota met de rijksbegroting te maken heeft
  3. Je moet met grote getallen kunnen rekenen
  4. Je moet het begrotingstekort of het begrotingsoverschot kunnen berekenen

Slide 17 - Diapositive

Met grote getallen rekenen
Van miljoen naar miljard = : 1.000

170 miljoen = 170 : 1.000 = 0.17 miljard

Van miljard naar miljoen = x 1.000

30 miljard = 30 x 1.000 = 30.000 miljoen

Slide 18 - Diapositive

Procenten berekenen

Slide 19 - Diapositive

De overheid verdient € 300 miljard in 2023. Ze geven € 7 miljard uit aan het leger. Hoeveel procent is dat?
A
97,67%
B
57,14%
C
42,86%
D
2,3%

Slide 20 - Quiz

De overheid betaalt € 150 miljard aan sociale zekerheid. Er wonen 17,5 miljoen mensen. Bereken de kosten per inwoner.
A
€8,57
B
€ 8.571,43
C
€ 2.625
D
€ 2,63

Slide 21 - Quiz

Oefenen
Maak de oefentoets op blz 179 (theorie) of maak de rekenopgaven (blz 184, 185).



Slide 22 - Diapositive