Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Punten verdienen
Slide 1 - Diapositive
Je weet wat er bedoeld wordt met samenvatten tijdens het examen
Je weet hoe je moet samenvatten.
Je weet welke soort opdrachten je kunt verwachten.
Je maakt een samenvatting.
Slide 2 - Diapositive
De journalist heeft een totaalverhaal geschreven, maar er is geen ruimte meer in de krant. Toch moet het verhaal erin.
Het totaalverhaal moet in stand blijven, maar binnen 1/3 van de beschikbare ruimte.
De essentie van samenvatten
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, meningen en feiten.
Kan hoofdgedachte in eigen woorden weergeven.
Begrijpt en herkent relaties als oorzaak-gevolg, middel-doel, opsomming e.d. / Kan ook impliciete relaties tussen tekstdelen aangeven.
Maakt onderscheid tussen standpunt en argument. / Herkent argumentatieschema’s.
Wat wordt er met dergelijk opdrachten getoetst? (1)
Slide 5 - Diapositive
Kan argumentatie analyseren en beoordelen.
Je moet een argumentatie niet alleen kunnen analyseren (zie punt 4), maar ook kunnen beoordelen welke samenvatting de kern van een tekst of tekstgedeelte het beste weergeeft.
Kan een tekst beknopt samenvatten voor anderen.
Wat wordt er met dergelijk opdrachten getoetst? (2)
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Onderstreep kernzinnen, omcirkel signaalwoorden.
Laat alineaverbanden terugkomen in de samenvatting.
Schrijf zinnen niet letterlijk over, maar blijf dicht bij de originele tekst.
Zet delen van opsommingen bij elkaar in een zin.
Slide 8 - Diapositive
"Verklaringen voor dit verschijnsel zijn de lockdowns die de motivatie hebben gebroken, overijverige docenten die menen een lesuur vol te moeten praten en verouderde lesstof waarvan leerlingen de waarde niet meer zien. Toch spreken leerlingen massaal hun waardering uit voor docenten die hun best doen leerlingen door het examenjaar te slepen."
verband
opsomming in eigen woorden
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Vat de tekst 'Bijbaantje ja of nee?' samen in maximaal 100 woorden