Mavo 1 Bekend woorddeel en herhaling tekstsoort 12-6

Welkom bij Nederlands
Zet je camera aan
Zet je microfoon uit

Ga naar lessonup en vul de code in
Vul je eigen naam in

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Zet je camera aan
Zet je microfoon uit

Ga naar lessonup en vul de code in
Vul je eigen naam in

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- Opmerkingen
- Planning
- Theorie woordafbreuk
- Theorie tekst en afbeelding


Huiswerk week 24: opdracht 1, 3 en 4 van lezen hoofdstuk 6

Slide 2 - Diapositive

Opmerkingen
- Wat wil de vraag van mij
- 'In welke zin?'
- Leg je antwoord uit
- Neem de tijd en lees goed
 - Geen opdrachten overslaan
- Kijk je werk serieus na
- Blijf boeken lezen

Slide 3 - Diapositive

De laatste weken
Wél lezen, géén derde fictieopdracht
Geen leerhuislessen, geen prentenboek
Week 24: lezen H6 opdr. 1, 3 en 4
Week 25: woordenschat H6 opdr. 1, 2, 3, 4, en 6
Week 26: formatieve toets lezen en woordenschat H1 t/m H6
Week 27: bespreken formatieve toets

Slide 4 - Diapositive

Woordraadstrategie: bekend woorddeel
- Samenstelling: woord dat bestaat uit twee of meer andere woorden
Kledingkast, voetbalschoen, tafeltennistafel, YouTube-kanaal,
tuinmeubelkussenopberghoezen
- Afleiding: woord dat bestaat uit een woord plus voor- of achtervoegsel
Verschil met samenstelling: niet allebei de delen bestaan als zelfstandig woord
Zinloos, eetbaar, ongeïnteresseerd, werkloos, desinfecteren
- Wat betekenen deze woorden? En hoe kom ik daar achter?

Slide 5 - Diapositive

Bekend woorddeel zoeken
Neologisme: een nieuw woord in een taal. Vaak een samenstelling.

Bijvoorbeeld: Coronacrisis

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Wat betekent hoestschaamte?

Slide 8 - Question ouverte

Wat betekent coronakapsel?

Slide 9 - Question ouverte

Even de leesstrategieën herhalen.
Welke kennen we nog?

Slide 10 - Carte mentale

0

Slide 11 - Vidéo

Leesstrategie

Oriënterend


Globaal

Zoekend
Doel

Onderwerp bepalen/ is de tekst bruikbaar

Hoofdpunten uit de tekst

Bruikbare informatie

Slide 12 - Diapositive

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen

Slide 13 - Question de remorquage

Theorie: tekst en afbeeldingen
Twee doelen voor afbeeldingen:
- extra informatie
- aantrekkelijker

Slide 14 - Diapositive

Lees de tekst: (blz. 43)
Abstracte kunst van kleuter of kunstenaar
[1]
Een van deze schilderijen is gemaakt door een jongetje van vier. Het andere is gemaakt door een bekende kunstenaar. Welk schilderij is volgens jou door een kleuter gemaakt? En welke van de twee schilderijen vind jij mooier?

[2]
Beide schilderijen noemt men ‘abstract’. Daarop is geen plaatje van iets of iemand te zien, maar alleen vorm en kleur. Bijna zoals een kind tekent. Er zijn schilders die zulke schilderijen heel goed konden maken, zoals de Nederlandse kunstenaar Karel Appel. Die schilderijen kosten nu meer dan honderdduizend euro per stuk.

Slide 15 - Diapositive

Hoe weet je wat het tussenkopje van alinea 2 kan zijn?

Slide 16 - Question ouverte

Lees de tekst: (blz. 43)
Abstracte kunst van kleuter of kunstenaar
[1]
Een van deze schilderijen is gemaakt door een jongetje van vier. Het andere is gemaakt door een bekende kunstenaar. Welk schilderij is volgens jou door een kleuter gemaakt? En welke van de twee schilderijen vind jij mooier?

[2]
Beide schilderijen noemt men ‘abstract’. Daarop is geen plaatje van iets of iemand te zien, maar alleen vorm en kleur. Bijna zoals een kind tekent. Er zijn schilders die zulke schilderijen heel goed konden maken, zoals de Nederlandse kunstenaar Karel Appel. Die schilderijen kosten nu meer dan honderdduizend euro per stuk.

Slide 17 - Diapositive

Welk tussenkopje past bij alinea 2?
A
Karel Appel
B
Honderdduizend euro
C
schilderijen
D
abstract

Slide 18 - Quiz

Huiswerk
Blijf lezen!
Week 24: 1, 3 en 4 van lezen hoofdstuk 6
Week 25: 1, 2, 3, 4 en 6 van woordenschat hoofdstuk 6
Lees de theorie door en bekijk filmpje online

Slide 19 - Diapositive