Les 12 H1 Taalverzorging Spelling: hoofdletters en leestekens

Planning
  • Lezen (15min)
  • Huiswerk nakijken(5min)
  • Wat weet je nog van werkwoorden en de- en het- woorden (5min)
  • Uitleg H1 - Hoofdletters en leestekens  (5min)
  • Aan het werk en nakijken! (25 min)

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Planning
  • Lezen (15min)
  • Huiswerk nakijken(5min)
  • Wat weet je nog van werkwoorden en de- en het- woorden (5min)
  • Uitleg H1 - Hoofdletters en leestekens  (5min)
  • Aan het werk en nakijken! (25 min)

Slide 1 - Diapositive

Huiswerkcontrole
Wat moesten jullie maken?

Hoofdstuk 1- Taalverzorging op blz. 31 

Maken: opdracht 5 en 6


Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 1- Taalverzorging op blz. 31
Maken: opdracht 5 en 6

Slide 3 - Diapositive

Wat is een werkwoord?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe kun je een werkwoord herkennen?

Slide 5 - Question ouverte

Waarom moet je eigenlijk weten of een woord een de- of een het-woord is?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe kun je (zeker) weten of een woord een de- of een het-woord is?

Slide 7 - Question ouverte

Doel van deze les
Je leert over hoofdletters en leestekens.
1. Je leert wanneer je hoofdletters moet gebruiken

2. Je leert wanneer je de leestekens punt, vraagteken en uitroepteken moet gebruiken. 

Slide 8 - Diapositive

Lees eerst de theorie op blz.32
timer
0:03

Slide 9 - Diapositive

Schrijf in je schrift 
Schrijf op wanneer je 
a: een hoofdletter moet gebruiken
b: een punt moet gebruiken 
c: een vraagteken moet gebruiken en 
d: een uitroepteken gebruikt

Gebruik voor je antwoorden de theorie op blz. 32

Slide 10 - Diapositive

1. Je leert wanneer je hoofdletters moet gebruiken: aan het begin van een zin en bij namen

2. Je leert wanneer je de leestekens punt, vraagteken en uitroepteken moet gebruiken. Punt: aan het eind van een gewone zin. Vraagteken: na een vraag(zin). Uitroepteken: als je een zin nadruk wilt geven

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!
H1 - Taalverzorging op blz. 32
Maken 1 t/m 5

Hoe: zelfstandig
Vragen? --> vraag eerst je buurvrouw/man. Weet je het dan nog niet? Steek dan je vinger op.
Klaar? Pak je leesboek of ander huiswerk
timer
0:20

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
H1 - Taalverzorging op blz. 32 
Maken 1 t/m 5 

Slide 14 - Diapositive