Klas 2, T6.2 Voedselrelaties

Hoofdstuk 6
Ecologie
paragraaf 2
Voedselrelaties
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6
Ecologie
paragraaf 2
Voedselrelaties

Slide 1 - Diapositive

In deze lesson up:

  • herhaling paragraaf 1
  • Instructie paragraaf 2
  • Maken paragraaf 2

Slide 2 - Diapositive

Doel van de les
  • 6.2.3 Je kunt een voedselketen en een voedselweb maken.
  • 6.2.4 Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden.
  • 6.2.5 Je kunt biologisch afbreekbaar afval en niet-biologisch afbreekbaar afval onderscheiden.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Voedselrelaties
In de natuur hebben diverse organismen een relatie met elkaar. Eén daarvan is die van het eten en het gegeten worden. 

Slide 5 - Diapositive

Voedselketen
De eerste schakel in een voedselketen is een plantensoort.
Een plant maakt zelf voeding. Een dier kan dit niet!

Slide 6 - Diapositive

Voedselketen
Planteneters
Vleeseters

Slide 7 - Diapositive

Voedselweb
Verschillende voedselketens hebben linken aan elkaar. De ene plant wordt door meerdere dieren gegeten maar die dieren worden weer niet door dezelfde dieren gegeten. Kijk maar eens naar het plaatje. Zie je de verschillende ketens?

Slide 8 - Diapositive

Alleseters
Je hebt dieren die planten eten of dieren die vlees eten, maar ook dieren die beide eten.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Producenten, consumenten, reducenten
producent
consument
(planteneter)
consument
(vleeseter)
reducenten
Afvaleters

Slide 11 - Diapositive

Producenten
Maken zelf voedsel
aan de hand van fotosynthese.
Tijdens fotosynthese wordt er suiker geproduceerd (gemaakt)


Slide 12 - Diapositive

fotosynthese

Slide 13 - Diapositive

fotosynthese
In glucose zit veel energie. Met behulp van die energie maakt een plant van glucose weer allerlei andere stoffen. Bijvoorbeeld de stoffen waaruit de plant bestaat. Daarvoor heeft de plant mineralen uit de bodem nodig. Mineralen zijn voedingsstoffen voor een plant. Ook de stoffen waaruit de plant bestaat, bevatten veel energie.

Slide 14 - Diapositive

Consumenten
Consument van de 1e orde
consument van de 2e orde
producent
Consumenten: 
De dieren eten de planten of de dieren die de planten hebben gegeten. 
 

Slide 15 - Diapositive

Afvaleters
Deze dieren eten de dode
resten van planten 
en dieren.

Slide 16 - Diapositive

Reducenten
    De resten die de afvaleters achterlaten, 
worden verder  afgebroken door bacteriën
 en schimmels. 
Een ander woord voor afbreken is 
reduceren. 
Je noemt bacteriën en schimmels 
daarom reducenten.

Slide 17 - Diapositive

Kringloop van stoffen

Slide 18 - Diapositive

Wel en niet afbreekbaar
Reducenten eten alleen stoffen die biologisch afbreekbaar zijn.
Afbreekbaar
Niet- afbreekbaar

Slide 19 - Diapositive


Hierna nog even een filmpje over hoe de reducenten (bodemdiertjes) afval opruimen...niet voor mensen die snel overgeven!!!

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Ter afsluiting:
Wat is het verschil tussen een voedselweb en een voedeselketen?
Wat gebeurt er met dode dieren in de natuur? 

Succes met je huiswerk!!!


Slide 22 - Diapositive

Huiswerk
Maken en lezen paragraaf 1 en 2, Thema 6

Zie magister.me voor de juiste opdrachten.




Slide 23 - Diapositive