Kringloop + biologisch afbreekbaar afval

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht
Kijk in het envelopje op je tafel en maak daarna samen een grote voedselketen. Ik kijk toe, succes! ;-)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

-Je kunt een voedselweb maken.
-Je kunt uitleggen wat producenten, consumenten en reducenten zijn.
-Je kunt de kringloop van stoffen beschrijven.
-Je kunt aangeven welk afval biologisch afbreekbaar is en welk afval niet.
 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even wat herhaling 
Ben benieuwd wat jullie nog weten ;)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er altijd aan het begin van een voedselketen en hoe noemen we het begin?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Een juiste voedselketen is:
A
konijn-> havik-> vos
B
gras <- konijn <- vos
C
gras -> konijn -> havik -> vos
D
vos -> havik -> konijn ->gras

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions






             producenten    -->    consumenten    --> consumenten

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voedselketens komen er voor in dit meertje?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedselketen
Producent = produceert voedsel
door fotosynthese --> 1ste schakel is altijd een plant
 
Consument = iemand die eet en drinkt (consumenten) --> in 2de en volgende schakels

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van een voedselketen is:
Gras <- Veldmuis <- Havik
Wat klopt er niet?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een schaap is een...
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een mens is een...
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een wolf is een...
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu gaan we van voedselketen naar voedselweb

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voedselweb
  • ecosysteem 
  • voedselrelaties = voedselweb

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedselweb

Wat is de langste voedselketen?
                   
 Welk dier is een alleseter?              

Hoeveel producenten zijn er?      
= een tekening van alle voedselrelaties in een gebied


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kringloop

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedselkringloop
  • Producent
  • Consument
  • (Afvaleters) Ook consument
  • Reducent 


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1: Producenten

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe eten planten dan? 
Waar groeien zij van/door?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1: Producenten
  • Producenten
  • Fotosynthese 
  • Koolstofdioxide 
  • Mineralen 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Wat is fotosynthese?
Hoe heet het als een plant zuurstof en glucose maakt
A
Passieve fosforylering
B
Fotosynthese
C
Assimilatie

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2: Consumenten
organismen die de stoffen eten die door planten zijn gemaakt

Consumenten 1e orde -> die eten de producenten
Consumenten 2e orde -> die eten weer de consumenten uit de eerste orde 
Consumenten 3e orde --> ................................?

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2: Consumenten 

  • = dier 
  • 1e orde
  • 2e orde 
  • afval eters 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een koe is een consument van de eerste orde. Maar waarom?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Producent
Consument 1e orde
Consument 2e orde
Een Plant
Een Koe
Een persoon

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Afval
Biologisch afbreekbaar
Niet-biologisch afbreekbaar

Wat de natuur maakt, kan de 
natuur afbreken

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afval: Resten van planten en dode dieren worden opgegeten door afvaleters




Reducenten (bacteriën en schimmels) breken al het afval van organismen af (de overblijfselen van de afvaleters)
--> voedingsstoffen voor planten komen vrij

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wel en niet afbreekbaar

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3: Reducenten 
  • Reducenten
  • Kringloop 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3: Reducenten
  • Afvaleters ruimen de dode organismen en uitscheidingen op
  • Bacteriën en schimmels zijn reducenten
  • Zij maken weer voeding voor producenten

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van een reducent is...?
A
Een adelaar
B
Een plant
C
Een bacterie
D
Een hond

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn producenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn consumenten?
A
Dieren
B
Planten
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een havik is een producent
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een boom is een producent
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is of zijn hier de
consument(en)
A
radijs
B
radijs en konijn
C
konijn
D
konijn en uil

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wel en niet afbreekbaar
  • biologisch afbreekbaar
  • niet- biologisch afbreekbaar 
  • Wat betekent biologisch afbreekbaar?

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan of de stoffen biologisch afbreekbaar of niet-biologisch afbreekbaar zijn.

glas
A
biologisch afbreekbaar
B
niet-biologisch afbreekbaar

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan of de stoffen biologisch afbreekbaar of niet-biologisch afbreekbaar zijn.

papier
A
biologisch afbreekbaar
B
niet-biologisch afbreekbaar

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan of de stoffen biologisch afbreekbaar of niet-biologisch afbreekbaar zijn.

plantenresten
A
biologisch afbreekbaar
B
niet-biologisch afbreekbaar

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan of de stoffen biologisch afbreekbaar of niet-biologisch afbreekbaar zijn.

plastic
A
biologisch afbreekbaar
B
niet-biologisch afbreekbaar

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten maken uit het werkboekje

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar? We gaan samen naar buiten op zoek naar afval wat wel en wat niet biologisch afbreekbaar is

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions