Geluid

Geluid
frequentie, trillingstijd en amplitude
We bekijken het filmpje in de volgende slide 
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Geluid
frequentie, trillingstijd en amplitude
We bekijken het filmpje in de volgende slide 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat is geluid
A
iets wat je waarneemt
B
een trilling
C
een beweging
D
een paradox

Slide 3 - Quiz

Wat is een geluidsbron
A
voorwerp dat geluid opvangt
B
Tussenstof
C
Medium
D
Voorwerp dat geluid produceert

Slide 4 - Quiz

Geluid in de ruimte
Hoe klinkt het geluid van de gitaar op de maan?
A
Hetzelfde als op aarde.
B
Zachter dan op aarde.
C
Je hoort de gitaar niet.
D
Hoger dan op aarde.

Slide 5 - Quiz

Geluid komt uit.....
A
Een geluidsbron
B
Een lichtbron
C
Je oren

Slide 6 - Quiz

Geluid bestaat uit...
A
trillingen
B
elektronen
C
botsingen

Slide 7 - Quiz

Geluid kan zich niet verplaatsen in:
A
Vaste stoffen
B
Gassen
C
Vacuüm
D
Vloeistoffen

Slide 8 - Quiz

Wat is de snelheid van geluid in lucht bij 20 graden Celcius?
A
343 m/s
B
434 m/s
C
343 km/h
D
434 km/h

Slide 9 - Quiz

Wat is ultrasoon geluid ?
A
Geluid onder de 20 Hz
B
Geluid boven de 20 Hz
C
Geluid tussen de 20 en 20 kHz
D
Geluid boven de 20 kHz

Slide 10 - Quiz

Met welke formule kun je de snelheid van geluid berekenen?
A
v = s/t
B
V = lxbxh
C
f = 1/T
D
F = m x g

Slide 11 - Quiz

Welke afstand legt het geluid af in 8 seconden ?

Slide 12 - Question ouverte

Je praat met iemand op 1,5 meter afstand.
Hoe lang doet het geluid er over om de andere te bereiken ?

Slide 13 - Question ouverte

Wat wordt bedoeld met frequentie?
A
Aantal geluidstrillingen per uur
B
De sterkte van het geluid
C
Hoe groot de gehoorschade is
D
Aantal geluidstrillingen per seconde

Slide 14 - Quiz

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid
C
Tijd van een geluidstrilling

Slide 15 - Quiz

Wat is de eenheid van frequentie?
A
Hh
B
HH
C
Hz
D
Hq

Slide 16 - Quiz

Frequentie, wat houdt dit in?
Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon, dus:
       hoe meer trillingen in een seconde hoe hoger de toon.

een trilling met een frequentie van 400 Hz heeft een lagere toon dan een trilling met een frequentie van 10.000 Hz

Slide 17 - Diapositive

Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f. 
De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). 

Slide 18 - Diapositive

frequentiebereik
ultrasoon geluid: hoge frequentie
infrasoon geluid: lage frequentie

Slide 19 - Diapositive

De trillingstijd is de tijd die nodig is om één trilling te voltooien.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Trillingstijd van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid
C
Tijd van één geluidstrilling

Slide 22 - Quiz

frequentie en trillingstijd berekenen

Slide 23 - Diapositive

Frequentie / trillingstijd

Slide 24 - Diapositive

Wat is de formule van frequentie?
A
f = λ / c
B
f = c / λ
C
f = c * λ

Slide 25 - Quiz

Als de trillingstijd 3,5 ms is, wat is dan de frequentie?
A
0,28 Hz
B
286 Hz
C
3,5 Hz
D
0,0035 Hz

Slide 26 - Quiz

De frequentie is 420 Hz, wat is de trillingstijd?
A
0,002 ms
B
2 ms
C
420 ms
D
0,42 ms

Slide 27 - Quiz

Wat is de frequentie van dit geluid
A
8 Hz
B
0.125 Hz
C
125 Hz
D
20 Hz

Slide 28 - Quiz

De oscilloscoop
Het geluid van een microfoon wordt doorgegeven aan de oscilloscoop. De oscilloscoop geeft dit signaal weer op het scherm

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Wat is de frequentie van de trilling?
A
0,167 HZ
B
167 Hz
C
6 Hz
D
0,5 Hz

Slide 32 - Quiz

Aan de slag
Maak de vragen 4, 5, 6, 8, 10 en 12 van H8.1 (blz. 194 en verder)
Bestudeer H8.2 en maak de vragen 1 t/m 8 en 11

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Amplitude van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 35 - Quiz

een hoog geluid heeft een
A
kleine amplitude
B
kleine trillingstijd
C
grote amplitude
D
grote trillingstijd

Slide 36 - Quiz

een hard geluid heeft een
A
kleine amplitude
B
kleine trillingstijd
C
grote amplitude
D
grote trillingstijd

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Vidéo

Samenvatting
Frequentie (f) is aantal trillingen in 1 seconde. Eenheid Hertz (Hz)
Trillingstijd (T) is de tijd die nodig is voor 1 trilling. Eenheid seconde (s) 
De amplitude (uitwijking) geeft de sterkte van het geluid aan. Hoe hoger de amplitude hoe harder het geluid
Geluidssterkte drukken we uit in dB. Pijngrens is 140 dB

Slide 39 - Diapositive