Ontdek de wereld van geschiedenis!

Historische vaardigheden

Feit of mening?

Een feit is iets dat bewezen kan worden, terwijl een mening een persoonlijke overtuiging is. Bijvoorbeeld: 'De aarde draait om de zon' is een feit. 'Pizza is de beste maaltijd' is een mening.

Geef voorbeelden van feiten en meningen en vraag de leerlingen om meer voorbeelden te geven. Vraag hen vervolgens om een lijst te maken van feiten en meningen over een onderwerp naar keuze.

Tijdvak, periode en eeuw

Een tijdvak is een lange periode van de geschiedenis met specifieke kenmerken. Een periode is een kortere periode binnen een tijdvak. Een eeuw is een periode van 100 jaar.

Geef voorbeelden van tijdvakken, periodes en eeuwen en vraag de leerlingen om er meer te noemen. Laat hen vervolgens een tijdlijn maken van belangrijke gebeurtenissen binnen een tijdvak of periode.

Verschillende soorten veranderingen

Er zijn verschillende soorten veranderingen, zoals politieke, economische, sociale en culturele veranderingen.

Leg uit wat elke soort verandering betekent en geef voorbeelden. Laat de leerlingen vervolgens een krantenartikel schrijven over een verandering die momenteel plaatsvindt in de wereld en welk type verandering het is.

Oorzaak, gevolg en aanleiding

Een oorzaak is waarom iets gebeurt, een gevolg is wat er gebeurt als gevolg van een oorzaak en een aanleiding is iets dat gebeurt voordat een gebeurtenis plaatsvindt.

Geef voorbeelden van oorzaken, gevolgen en aanleidingen en vraag de leerlingen om meer voorbeelden te geven. Vraag hen vervolgens om een oorzakelijk verband te vinden tussen twee gebeurtenissen in de geschiedenis.

Feit of mening? (quiz)

In deze quiz moeten de leerlingen bepalen of een zin een feit of mening is.

Maak een korte quiz met verschillende zinnen en laat de leerlingen bepalen of ze een feit of mening zijn. Bespreek vervolgens de antwoorden als een klas.

Tijdvak, periode en eeuw (game)

In deze game moeten de leerlingen een tijdvak, periode of eeuw matchen met belangrijke gebeurtenissen.

Maak een online matching game met belangrijke gebeurtenissen en laat de leerlingen de juiste tijdvakken, periodes of eeuwen matchen. Bespreek vervolgens de antwoorden als een klas.

Verschillende soorten veranderingen (discussie)

In deze discussie moeten de leerlingen voorbeelden geven van politieke, economische, sociale en culturele veranderingen in hun eigen leven.

Start een discussie over de verschillende soorten veranderingen en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven uit hun eigen leven. Laat hen vervolgens de voorbeelden categoriseren naar het soort verandering.

Oorzaak, gevolg en aanleiding (scenarios)

In deze opdracht krijgen de leerlingen verschillende scenario's en moeten ze bepalen wat de oorzaak, het gevolg en de aanleiding is.

Geef de leerlingen verschillende scenario's en vraag hen om te bepalen wat de oorzaak, het gevolg en de aanleiding is. Bespreek vervolgens de antwoorden als een klas.

Feit of mening? (groepswerk)

In deze opdracht moeten de leerlingen in kleine groepen werken om een lijst te maken van feiten en meningen over een onderwerp naar keuze.

Laat de leerlingen in kleine groepen werken en een onderwerp kiezen. Vraag hen om samen een lijst te maken van feiten en meningen over het onderwerp en deze aan de klas te presenteren.

Tijdvak, periode en eeuw (presentatie)

In deze opdracht moeten de leerlingen een presentatie maken over een tijdvak, periode of eeuw en belangrijke gebeurtenissen daarin.

Laat de leerlingen in paren of kleine groepen werken en een tijdvak, periode of eeuw kiezen. Vraag hen om een presentatie te maken met belangrijke gebeurtenissen en deze aan de klas te presenteren.

Verschillende soorten veranderingen (brainstorm)

In deze opdracht moeten de leerlingen in kleine groepen werken en brainstormen over politieke, economische, sociale en culturele veranderingen die in de toekomst kunnen plaatsvinden.

Laat de leerlingen in kleine groepen werken en brainstormen over politieke, economische, sociale en culturele veranderingen die in de toekomst kunnen plaatsvinden. Vraag hen om hun ideeën te presenteren aan de klas.

Oorzaak, gevolg en aanleiding (verhaal)

In deze opdracht moeten de leerlingen een verhaal schrijven met een duidelijke oorzaak, gevolg en aanleiding.

Vraag de leerlingen om een verhaal te schrijven met een duidelijke oorzaak, gevolg en aanleiding. Laat hen vervolgens hun verhalen voorlezen aan de klas.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.