Unit 2 Lesson 4

Welcome! Happy Thursday :)
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
English

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welcome! Happy Thursday :)

Slide 1 - Diapositive

Past Simple - questions

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les:
Kun je vragen stellen in de Past Simple (verleden tijd)
Kun je ontkenningen maken in de Past Simple 
Je weet hoeveel oww je moet leren 

Slide 3 - Diapositive

Aantekening (herhaling)

Affirmative sentences (bevestigende zinnen)

Regelmatig: werkwoord+ed

Onregelmatig: 2e rij uit je lijst


Examples: I walked, you ran, she went, he climbed, we could, they tried, they lived, I flushed, it rained, we did

Slide 4 - Diapositive

Aantekening:
vragen stellen in de Past Simple

Did + onderwerp + hele werkwoord (voor alle personen!!)

Examples: Did you go there? Did he like it? Did they find the way? Did she do her homework?

Slide 5 - Diapositive

Maak hier een vraag van:
I went home.
A
Did you go home?
B
Did you went home?
C
Went you home?

Slide 6 - Quiz

Maak hier een vraag van:
She saw him.
A
Did she saw him?
B
Saw she him?
C
Did she see him?

Slide 7 - Quiz

Maak hier een vraag van:
They walked there.
A
Did they walked there?
B
Did they walk there?
C
Walked they there?

Slide 8 - Quiz

Maak hier een vraag van:
You did that.
A
Did you that?
B
Did you do that?
C
Did you did that?

Slide 9 - Quiz

Maak hier een vraag van:
He came home.
A
Did he come home?
B
Did he came home?
C
Came he home?

Slide 10 - Quiz

Maak vragend (vergeet hoofdletter & vraagteken niet):
He ran fast.

Slide 11 - Question ouverte

Een ontkenning maken in de past simple.

Slide 12 - Diapositive

Question
Kijk goed naar de twee ontkenningen hieronder. Wat is het verschil tussen deze twee ontkenningen? Kijk goed naar de werkwoorden.

It wasn't sunny yesterday.
We didn't bring lunch.

Slide 13 - Diapositive

Dit is het verschil tussen deze twee ontkenningen:

Slide 14 - Question ouverte

Een ontkenning in de past simple

Regel 1
Bij was/were en een hulpwerkwoord voeg je not toe aan het werkwoord.

Je voegt het werkwoord + not samen  door > n't 
wasn't / weren't / couldn't

Slide 15 - Diapositive

Een ontkenning in de past simple
Regel 2
Bij alle andere werkwoorden gebruik je didn't.
Begin met het onderwerp - didn't - hele werkwoord - rest van de zin.

Let op! Het werkwoord verander je weer terug naar het hele werkwoord, net als bij een vraag!

Slide 16 - Diapositive

Toelichting regel 2
He sent me a book. 
He didn't send me a book.

Opbouw ontkenning: 
onderwerp - didn't - hele werkwoord - rest van de zin.
Let op! sent (2e vorm) verandert naar send (1e vorm).

Slide 17 - Diapositive

More examples
You cut too many onions. 
You didn't cut too many onions.


I studied two hours last week.
I didn't study two hours last week.


Slide 18 - Diapositive

Vorm een ontkenning:
You learnt three words.

Slide 19 - Question ouverte

Leerdoel bereikt?
Ik kan een ontkenning vormen in de past simple.
A
Yes
B
Almost, I need more practice.
C
No, I need more explanation.

Slide 20 - Quiz

What now?
Go online 
Learnbeat 
Ex 2.2 E (4) Practise making negatives in the Past Simple 
Planner:
2.1 C D
2.2 B C D

Slide 21 - Diapositive

Well done!

Slide 22 - Diapositive