V5- 2.3 Globalisering tot 1980

Programma:

1.1 Krimpende wereld
1.2 Transport
1.3 De eeuw van informatie
1.4 Globalisering: economisch bekeken
1.5 Globalisering: politiek bekeken
1.6 Globalisering: cultureel bekeken
1.7: Globalisering: tot 1980
1.8: Globalisering: ontwikkelingen na 1980
1.9: Globalisering: een blik in de toekomst



H1. Wereld Globalisering
Planning:
- Herhalen en vragen over 1.6 culturele globalisering
- Uitleg 1.7: globalisering tot 1980
- werkboekopgaven van 1.7: 1, 2, 4
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma:

1.1 Krimpende wereld
1.2 Transport
1.3 De eeuw van informatie
1.4 Globalisering: economisch bekeken
1.5 Globalisering: politiek bekeken
1.6 Globalisering: cultureel bekeken
1.7: Globalisering: tot 1980
1.8: Globalisering: ontwikkelingen na 1980
1.9: Globalisering: een blik in de toekomst



H1. Wereld Globalisering
Planning:
- Herhalen en vragen over 1.6 culturele globalisering
- Uitleg 1.7: globalisering tot 1980
- werkboekopgaven van 1.7: 1, 2, 4

Slide 1 - Diapositive

                                              ? globalisering
Welke dimensie?
Culturele globalisering

Slide 2 - Diapositive

Welke elementen zijn vatbaarder voor globalisering?
A
materiële kenmerken
B
immateriële kenmerken

Slide 3 - Quiz

Leg uit hoe de ontwikkeling van de informatietechnologie bijdraagt aan culturele globalisering.

Slide 4 - Question ouverte

De afbeelding is een voorbeeld van ...
A
homogenisering
B
heterogenisering
C
beide

Slide 5 - Quiz

Welke uitspraak is onjuist?

Ondanks de globalisering zullen culturen niet snel verdwijnen, omdat ...
A
culturen niet beïnvloed worden door de globalisering
B
de echte cultuurelementen diep in de samenleving zijn geworteld
C
slechts een klein deel van de bevolking de westerse cultuur overneemt
D
de bevolking cultuurelementen van een andere cultuur overneemt, maar deze aan de eigen cultuur aanpast.

Slide 6 - Quiz

Cultuurelementen zijn op te delen in materiële en immateriële kenmerken. Leg van beide uit wat er mee bedoeld wordt.

Slide 7 - Question ouverte

Leerdoelen §2.3
  • de rol van de hegemoniale staten vanaf de 16e eeuw beschrijven.
  • het verschil tussen vestigingskoloniën en exploitatiekoloniën benoemen.
  • verklaren waardoor Engeland eeuwenlang een hegemoniale staat was.
  • uitleggen waardoor de machtspositie van Europa verzwakte en die van de VS versterkte.


Slide 8 - Diapositive

Hegemoniale Staat
Land dat een groot deel van de wereld gedurende een bepaalde periode domineert op economisch, militair, financieel en cultureel gebied.

  • Zijn hier nu nog voorbeelden van?
  • Waarom past dit bij globalisering?

Slide 9 - Diapositive

In hoeverre passen beide kaarten in het centrum-periferiesysteem?

Slide 10 - Diapositive

In welke mate heeft het koloniaal verleden voor een rijk Nederland gezorgd?

Slide 11 - Question ouverte

Kolonialisme in 1615 gaat samen met....
A
Amerikanisering
B
Arabisering
C
Europeanisering
D
Aziatisering

Slide 12 - Quiz

Welke voorbeelden europeanisering in koloniale gebieden kun je benoemen?

Slide 13 - Carte mentale

Wat is het doel van een exploitatiekolonie?

Slide 14 - Carte mentale

Verenigd Koninkrijk
In 1666 volgt Verenigd Koninkrijk, Portugal en Nederland als hegemoniale staat op.
Tot 1920 bleef VK een belangrijke speler op het wereld, o.a. door:
  1. De Industriële Revolutie (1750) Vraag naar grondstoffen en afzetgebieden neemt toe, VK=arm aan grondstoffen!
  2. Opkomst stoomtrein, stoomboot (1870)  tgv ontwikkeling technologie, reikwijdte neemt toe!

Slide 15 - Diapositive

Wat is imperialisme?

Slide 16 - Carte mentale

Dekolonisatie is het
A
soeverein worden van een vroege kolonie
B
het bezetten van een overzees gebied
C
zelfstandig worden van een deelstaat
D
overdragen van de macht een lid van de triade

Slide 17 - Quiz

Het communisme viel in....?
A
1945
B
1600
C
1989
D
2013

Slide 18 - Quiz

Wat is een belangrijk verschil tussen vroegere hegemoniale staten en de VS?

VS verovert geen gebieden, maar probeert ze te controleren.

Slide 19 - Diapositive