V5- 1.7 Globalisering tot 1980

Programma:

1.1 Krimpende wereld
1.2 Transport
1.3 De eeuw van informatie
1.4 Globalisering: economisch bekeken
1.5 Globalisering: politiek bekeken
1.6 Globalisering: cultureel bekeken
1.7: Globalisering: tot 1980
1.8: Globalisering: ontwikkelingen na 1980
1.9: Globalisering: een blik in de toekomst



H1. Wereld Globalisering
Planning:
- Herhalen en vragen over 1.6 culturele globalisering
- Uitleg 1.7: globalisering tot 1980
- werkboekopgaven van 1.7: 1, 2, 4
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma:

1.1 Krimpende wereld
1.2 Transport
1.3 De eeuw van informatie
1.4 Globalisering: economisch bekeken
1.5 Globalisering: politiek bekeken
1.6 Globalisering: cultureel bekeken
1.7: Globalisering: tot 1980
1.8: Globalisering: ontwikkelingen na 1980
1.9: Globalisering: een blik in de toekomst



H1. Wereld Globalisering
Planning:
- Herhalen en vragen over 1.6 culturele globalisering
- Uitleg 1.7: globalisering tot 1980
- werkboekopgaven van 1.7: 1, 2, 4

Slide 1 - Diapositive

                                              ? globalisering
Welke dimensie?
Culturele globalisering

Slide 2 - Diapositive

Welke elementen zijn vatbaarder voor globalisering?
A
materiële kenmerken
B
immateriële kenmerken

Slide 3 - Quiz

Leg uit hoe de ontwikkeling van de informatietechnologie bijdraagt aan culturele globalisering.

Slide 4 - Question ouverte

De afbeelding is een voorbeeld van ...
A
homogenisering
B
heterogenisering
C
beide

Slide 5 - Quiz

Welke uitspraak is onjuist?

Ondanks de globalisering zullen culturen niet snel verdwijnen, omdat ...
A
culturen niet beïnvloed worden door de globalisering
B
de echte cultuurelementen diep in de samenleving zijn geworteld
C
slechts een klein deel van de bevolking de westerse cultuur overneemt
D
de bevolking cultuurelementen van een andere cultuur overneemt, maar deze aan de eigen cultuur aanpast.

Slide 6 - Quiz

Cultuurelementen zijn op te delen in materiële en immateriële kenmerken. Leg van beide uit wat er mee bedoeld wordt.

Slide 7 - Question ouverte

Leerdoelen §1.7
  • Welke rol hebben hegemoniale staten in de globalisering van de wereld vanaf de koloniale tijd gespeeld?
  • Welk verband bestaat er tussen het centrum-periferiemodel en de erfenis van het koloniale verleden?

Slide 8 - Diapositive

Hegemoniale Staat
Land dat een groot deel van de wereld gedurende een bepaalde periode domineert op economisch, militair, financieel en cultureel gebied.

  • Zijn hier nu nog voorbeelden van?
  • Waarom past dit bij globalisering?

Slide 9 - Diapositive

Hegemoniale staten
  1. Portugal/Spanje
  2. Nederland 
  3. Engeland
  4. VS (sinds WOII)

Bestudeer bron 42 in je boek goed. In de komende slides worden de karakteristieken van het kolonialisme chronologisch uitgelegd. Start bij Portugal/Nederland, naar UK, naar VS uiteindelijk.

Slide 10 - Diapositive

Dit is het centrum-periferiemodel zoals je het hebt geleerd in de 4e klas. Het komt voort uit het kolonialisme.

Slide 11 - Diapositive

In hoeverre passen beide kaarten in het centrum-periferiesysteem?

Slide 12 - Diapositive

Van kolonialisme naar globalisering
Kolonialisme tot ong. 1660 kende 2 typen kolonies:
- Exploitatiekolonie
Een exploitatiekolonie leverde grondstoffen en werd later ook afzetmarkt voor producten uit het moederland.
--> Ghana, Brazilie, Suriname --> periferie

- Vestigingskolonie
Een vestigingskolonie werd door kolonisten gezien als nieuw vaderland.
--> VS / Australië --> Centrum

(exploiteren: iets beheren zodat er geld wordt verdiend)
Na dekolonisatie blijft deze verhouding bestaan!

Slide 13 - Diapositive

In welke mate heeft het koloniaal verleden voor een rijk Nederland gezorgd?

Slide 14 - Question ouverte

Kolonialisme in 1615 gaat samen met....
A
Amerikanisering
B
Arabisering
C
Europeanisering
D
Aziatisering

Slide 15 - Quiz

Welke voorbeelden europeanisering in koloniale gebieden kun je benoemen?

Slide 16 - Carte mentale

Wat is het doel van een exploitatiekolonie?

Slide 17 - Carte mentale

Verenigd Koninkrijk
In 1666 volgt Verenigd Koninkrijk, Portugal en Nederland als hegemoniale staat op.
Tot 1920 bleef VK een belangrijke speler op het wereld, o.a. door:
  1. De Industriële Revolutie (1750) Vraag naar grondstoffen en afzetgebieden neemt toe, VK=arm aan grondstoffen!
  2. Opkomst stoomtrein, stoomboot (1870)  tgv ontwikkeling technologie, reikwijdte neemt toe!

Slide 18 - Diapositive

Industrieel kolonialisme
(1800 - 1950)
Het industrieel kolonialisme (oftewel imperialisme) is de fase waarin Europese moederlanden koloniën stichtten die ze zelf bestuurden, met als doel de aanvoer van grondstoffen veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun industriële eindproducten te vormen.

Slide 19 - Diapositive

Wat is imperialisme?

Slide 20 - Carte mentale

De VS als opkomende wereldmacht door...

  • Afloop WOII; Europa verwoest
  • Dekolonisatie; Europese grootmachten verliezen hun invloed in de wereld
  • Val van de Sovjet Unie; einde Koude Oorlog


Slide 21 - Diapositive

Dekolonisatie
De oude kolonies herken je onder andere aan de officiële landstalen van de voormalige kolonies

Slide 22 - Diapositive

Dekolonisatie is het
A
soeverein worden van een vroege kolonie
B
het bezetten van een overzees gebied
C
zelfstandig worden van een deelstaat
D
overdragen van de macht een lid van de triade

Slide 23 - Quiz

Het communisme viel in....?
A
1945
B
1600
C
1989
D
2013

Slide 24 - Quiz

Wat is een belangrijk verschil tussen vroegere hegemoniale staten en de VS?

VS verovert geen gebieden, maar probeert ze te controleren.

Slide 25 - Diapositive

Op basis van economische groei, zou China een logische opvolger zijn van de VS als hegemoniale staat. Denk jij dat China deze positie zal krijgen in de wereld? Leg uit waarom wel of niet.

Slide 26 - Question ouverte