Gehoorzintuig

15.2 Gehoorzintuig
De adequate prikkel voor de haarcellen in het menselijk oor bestaat uit trillingen met frequenties tussen ongeveer 20 Hz en 20 000 Hz (hertz: aantal trillingen per seconde). 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

15.2 Gehoorzintuig
De adequate prikkel voor de haarcellen in het menselijk oor bestaat uit trillingen met frequenties tussen ongeveer 20 Hz en 20 000 Hz (hertz: aantal trillingen per seconde). 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

secret world of sounds

Slide 3 - Diapositive

Hoe komt het dat alleen jongeren hele hoge tonen horen?

Slide 4 - Diapositive

Geluidsgolven vs impulsen
Hoge toon: hoge frequentie
Lage toon: lage frequentie
-> andere plek in het basilair membraan
-> andere zenuwcel


Slide 5 - Diapositive

Geluidsgolven vs impulsen
Harde toon: grote amplitude
Zachte toon: kleine amplitude
Hoge/ lage frequentie impulsen door de zenuwcellen





Slide 6 - Diapositive

Geluidssterkte

Wordt uitgedrukt in dB. Elke 10 dB erbij is 2 x zo hard.



Slide 7 - Diapositive

oorverdovende stilte
newscientist okt 2024 blz 86 eerste 2kopjes
interesse? kun je het boekje lenen

Slide 8 - Diapositive

bewust en onbewust horen
  • Bewust, door je te concentreren 
  • Onbewust, doordat je thalamus (H13, Binas 88C) in de hersenen achtergrondruis niet laat doordringen tot je auditieve schors (H13)

Slide 9 - Diapositive

Het gehoorzintuig (BINAS 87D)

Slide 10 - Diapositive

Slakkenhuis
Eigen frequentie
basilair membraan.

10000 Hz (hoge toon):
dichtbij in het slakkenhuis
400 Hz (lage toon):
ver in het slakkenhuis


Slide 11 - Diapositive

Trillingen in de perilymfe van het slakkenhuis laten het basilair membraan trillen. Door de trillingen buigen de ciliën van de zintuigcellen op het basilair membraan tegen het dakmembraan. Zij activeren via een neurotransmitter de sensorische neuronen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Gehoorbeschadiging

Slide 14 - Diapositive

zelfstandig werken
maak de volgende opdrachten in lessonup.

Slide 15 - Diapositive

De gehoorbeentjes zitten in
A
de gehoorgang
B
het middenoor
C
het binnenoor
D
de buis van eustachius

Slide 16 - Quiz

Welke geluidsgolven komen aan het einde van het slakkenhuis?
A
zachte basmuziek
B
zacht stemgeluid
C
pistoolschot
D
rookalarm

Slide 17 - Quiz

Wat voor type receptor is het gehoorzintuig?
A
Mechanische receptor
B
Chemische receptor
C
Temperatuurreceptor
D
Lichtreceptor

Slide 18 - Quiz

Sleep de woorden op de juiste plaats in de tekst. 
Wanneerje gaat duiken: 
Hoe dieper in het water, hoe ................... de druk. 
De druk in het buitenoor zal dus ............................. . 
De druk in het middenoor wordt in verhouding ..................... dan in het uitwendig oor. 
Kleiner
Hoger
Dalen
Stijgen

Slide 19 - Question de remorquage

 Je kunt de route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 20 - Question de remorquage


A
Gehoorbeentjes
B
Slakkenhuis
C
Trommelvlies
D
Buis van Eustachius

Slide 21 - Quiz

Botverankerde gehoortoestellen geven trillingen uit de lucht direct door aan het binnenoor. Dit type gehoorapparaat werkt niet bij problemen met:
A
Gehoorbeentjes
B
Orgaan van Corti
C
Trommelvlies
D
Buis van Eustachius

Slide 22 - Quiz

geef antwoord op de volgende slide

Slide 23 - Diapositive

Geef antwoord op de vorige slide.

Slide 24 - Question ouverte

geef antwoord op de volgende slide

Slide 25 - Diapositive

Geef antwoord op de vorige slide.

Slide 26 - Question ouverte

geef antwoord op de volgende slide

Slide 27 - Diapositive

Geef antwoord op de vorige slide.

Slide 28 - Question ouverte

Reactiesnelheid
https://www.veiligheid.nl/valpreventie/voorlichtingsmateriaal/reactietest

(google reactietest valpreventie)

Wat is jullie reactiesnelheid?

Slide 29 - Diapositive

Klaar?
maak opdrachten: 4, 7, 8 en 11 (vorige les af)
Vul de enquête in

Slide 30 - Diapositive