T2: bs 1: voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • lesdoelen 
  • uitleg
  • opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik uitleggen: 
  • verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen;
  • 6 groepen voedingsstoffen;
  • functies van voedingsstoffen benoemen;

Slide 3 - Diapositive

1. Wat is je lievelingseten?
2. Is het gezond?

Slide 4 - Carte mentale

Welke voedingsstoffen kennen we ?

Slide 5 - Carte mentale

-Voedingsmiddel = Alles wat je eet en drinkt.
-Voedingsstoffen = Zijn de bruikbare bestanddelen uit voedingsmiddelen.

Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om zichzelf in leven te kunnen houden.


Slide 6 - Diapositive

Voedingsmiddelen
Een voedingsmiddel is alles wat je eet/drinkt.
Een voedingsstof is een nuttige stof in een voedingsmiddel.

  • Plantaardige voedingsmiddelen:
Afkomstig van planten.

  • Dierlijke voedingsmiddelen:
delen van dieren (vlees, vis) of producten van dieren (eieren, melk, ...

Slide 7 - Diapositive

Voedingsstoffen
Alle dingen die wij eten, zijn voedingsmiddelen
In die voedingsmiddelen, zitten verschillende voedingsstoffen.

Voorbeeld: De aardappel bevat verschillende voedingsstoffen.

Slide 8 - Diapositive

Vier functies van voedingsstoffen
Er zijn vier functies van voedingsstoffen.

  1. Brandstoffen; energie
  2. Bouwstoffen; groei en herstel
  3. Reservestoffen; opslag
  4. Beschermstoffen; zorgen dat je niet ziek wordt 

Slide 9 - Diapositive

Zes groepen voedingsstoffen
Er bestaan zes soorten voedingsstoffen.

Deze  hebben allemaal één of meer functies in het lichaam.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Voedingsstoffen
Er zijn 6 verschillende soorten voedingsstoffen:
  1. Koolhydraten
  2. Eiwitten
  3. Vetten
  4. Water
  5. Mineralen
  6. Vitaminen

Slide 12 - Diapositive

Waarvoor kun je de verschillende voedingsmiddelen gebruiken?

Slide 13 - Diapositive

Essentieel

Moet je binnen krijgen via je voeding
Niet-essentieel

Kan je lichaam zelf maken
Laat je niet misleiden, je hebt ze allebei nodig!

Slide 14 - Diapositive

Aminozuren
Er zijn 20 soorten aminozuren, 
waarvan 8 'essentieel'.

Essentieel = kan niet worden aangemaakt door het lichaam zelf

Slide 15 - Diapositive

Beschermende voedingsstoffen zijn
A
Vetten, mineralen en vitamines
B
Vitamines en mineralen
C
Koolhydraten, mineralen en vitamines
D
Vetten en vitamines

Slide 16 - Quiz

Wat zijn voedingsstoffen?
A
Alles wat je eet en drinkt
B
Stoffen uit planten die je lichaam niet kan verteren
C
Bruikbare bestanddelen uit voedingsmiddelen

Slide 17 - Quiz

Zijn het voedingsstoffen of voedingsmiddelen?
Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen
Chips
Vitaminen C
Brood
ei
Sla
Koolhydraten
Calcium
Yoghurt
Eiwitten
melk

Slide 18 - Question de remorquage

Wat zie je op het plaatje?
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 19 - Quiz

suikers en zetmeel zijn voedingsmiddelen of voedingsstoffen
A
voedingsmiddel
B
voedingsstoffen

Slide 20 - Quiz

Zet de voedingsmiddelen op de juiste voedingsstoffen.
Brandstoffen
koolhydraten en vetten
Bouwstoffen
eiwitten en water
Beschermstoffen
vitaminen en mineralen

Slide 21 - Question de remorquage

Ik heb een vraag
ja, ik heb een vraag.
Nee, ik heb geen vraag.

Slide 22 - Sondage

Aan de slag
Thema 2
Basisstof 1:

1 t/m 10

Slide 23 - Diapositive