Les 13 september soorten werkwoorden

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Soorten werkwoorden

Slide 2 - Diapositive

timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Ik kan NG en WG van elkaar onderscheiden.

Ik kan verschillende soorten werkwoorden herkennen in een zin.

Slide 4 - Diapositive

Naamwoordelijk gezegde
Bij een NG koppelt het werkwoord een eigenschap aan het onderwerp. 

Hij is operazanger geworden.

Geworden koppelt een eigenschap, namelijk operazanger aan het onderwerp (hij). 

Hij is dus iets. Het NG = is operazanger geworden

Slide 5 - Diapositive

Huiswerk vrijdag 3e uur
- Je eerste leesboek weer mee. 
- Afmaken in Learnbeat: 2.5 C naamwoordelijk gezegde en 3.1 B
Vind je het zinsontleden moeilijk en had je een score onder de 80%, maak dan heel 2.1 B. 

Slide 6 - Diapositive

ontleedvolgorde
Onderstreep de persoonsvorm
Hak de zin in stukken.
En dan ontleden in de volgende volgorde:
1.pv (persoonsvorm)
2.ow (onderwerp)
3.wg of ng (werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde)
4.lv (lijdend voorwerp)
5.mv (meewerkend voorwerp)
6. bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Samengevat
Binnen het wg kan er sprake zijn van twee soorten werkwoorden: Het hoofdwerkwoord heet het zelfstandig werkwoord en er zijn hulpwerkwoorden.

Binnen het ng kan er sprake zijn van twee soorten werkwoorden: het hoofdwerkwoord heet het koppelwerkwoord en er zijn hulpwerkwoorden.

Het is dus belangrijk dat je weet of er sprake is van een WG of NG.


Slide 13 - Diapositive

Aan het werk
Maken: 
Learnbeat: 3.2 B opgave 11 t/m 15
3.2 H (extra oefening als je een oranje of rode score hebt)
(huiswerk voor woensdag 18 september, 5e uur). 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive