39 woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Pak je spullen

Wat gaan we doen vandaag?

1. Herhaling
2. Nakijken huiswerk, opdracht 38+39+40
3. Nieuwe theorie 

Antwoorden

Zin 1: Ik = psv, mijn = bzv, zijn = bzv

Zin 2: Het = psv

Zin 3: Het = psv, zij= psv

Zin 4: Jij = psv, mij = psv

Zin 5: Ons = bzv

Nakijken

Kijk opdr. 38+39+40 na

zelfstandig werkwoord

Dus met een zelfstandig werkwoord en met een koppelwerkwoord.

ZELFSTANDIG WERKWOORD (ZWW)

• Het zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin.
• Het zelfstandig werkwoord geeft aan wat het onderwerp doet.
• Het zelfstandig werkwoord heeft een duidelijke betekenis: 

je kunt het (meestal) uitbeelden. 

• Het zelfstandig werkwoord kan als enige werkwoord in een zin staan. 
• Er staat maar één zelfstandig werkwoord in een zin. 
  

Koppelwerkwoord

Daar komt nu een nieuwe werkwoordsvorm bij:

het koppelwerkwoord.

In een zin kan je dan te maken hebben met

OF een zelfstandig werkwoord OF een koppelwerkwoord. 

Daarnaast kunnen er nog hulpwerkwoorden in de zin staan (maar hoeft niet). 

Koppelwerkwoorden

Een naamwoordelijk deel is altijd gekoppeld aan het OW door een koppelwerkwoord. Het geeft aan dat het onderwerp iets 'is'.

ZWABBELS + HDV

Hulpwerkwoord

Meer werkwoorden in de zin?
Dan is er (minstens) één het hulpwerkwoord.

Het hulpwerkwoord geeft "hulp" aan het zelfstandige werkwoord. 

Het hulpwerkwoord heeft zelf geen duidelijke betekenis. 

Wegstreepproef!

Aan de slag

Maak opdracht 41 t/m 44 op blz. 43

Sla bij al deze vragen zin E over!