H1.1 + introductieles

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Telefoon?

Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Welkom!

Deze les bestaat uit twee delen: 

• deel 1: introductie vak economie 
• deel 2: maken startopdrachten hoofdstuk 1 

Programma - introductie

• Wie ben ik?
• Kennismaken
• Even over dit lokaal 
• Aanmelden bij de Lesson Up klas 
• Regels en afspraken 
  
• Recht op herkansen na aftekenen huiswerk. 
• Programma van Toetsing en Afsluiting
• Hoe werkt het economieboek? 
• Vragen? 

Deel 2: uitleg 

Voorstellen

Aanmelden LessonUp 

1. Download de Lesson Up app of ga naar LessonUp.app.

2. Log in met de code arvoy.

3. Geef je voor- en achternaam op.

Regels en afspraken

Basisafspraken bij economie 

• We hebben respect voor elkaar. 
• Je maakt alleen gebruik van je telefoon of laptop na toestemming. Telefoon in de kluis of in de kist. 
• Als je binnenkomt dan pak je de spullen voor economie uit je tas en legt dit op tafel. Boeken blijven op school.
• Naar het toilet of een flesje vullen met water doe je tijdens de leswissel, niet tijdens de les. 

Basisafspraken bij economie

• Antwoorden geven in hele zinnen. 
• Bij een rekenvraag schrijf je altijd de berekening of verhoudingstabel op. 
• Afronden van getallen doen we aan het einde van de som. Geld op twee decimalen, procenten op één decimaal. 
• Iedere les neem je rekenmachine, pen, enzovoort mee. 
• Je mag iedere les na de instructie een keuze maken wat je gaat doen. Dit zijn vaak 2-4 keuzes, maar je mag ook een eigen keuze maken (in overleg). Voorwaarde: jouw keuze is uitvoerbaar in het lokaal. 

Recht op herkansen na aftekenen huiswerk. 

Bepaalde opdrachten zijn verplicht. Deze maakt iedereen. Als je dit doet dan mag je herkansen. Heb je de opdrachten af? Teken deze dan (in de les) af. 

Dit kan tot en met de laatste les van de deeltaak. Je mag ook alle opdrachten maken. 

Boeken blijven op school

1. Aan het einde van iedere les lever je de boeken in bij het verlaten van het lokaal. Het schrift mag je in het boek vouwen. 
2. Bij aanvang van de les pak je jouw boek (op naam) en gaat op je plek zitten. Je leest de pagina's voor de les. Dit staat op het scherm.

> Buiten de les werken? Dat kan met het digitale boek. Neem dan wel je schrift mee. 
> Leren voor de toets? Dat kan uit het fysieke boek, want in de laatste les van week 5 (week voor toetsweek), mag je het boek meenemen. 

Programma van toetsing en afsluiting 

1. Wat kun je verwachten aan praktische opdrachten / toetsen per deeltaak? 

2. Hoe vaak telt een onderdeel mee en is het herkansbaar? 

3. PTA ontvang je eenmalig op papier, maar is altijd te zien op Its Learning. 

4. De specifieke toelichting van de opdrachten die je moet maken staat in de planner op Its Learning.

We nemen het PTA even door. 

Hoe werkt het economieboek?

Schrijf je

naam en

klas op 

het boek.

Vragen?

Waar denk je aan bij economie?

Binnen is beginnen....

Lees en maak in stilte bladzijde: 8

We nemen daarna samen de invulopdracht door. 

Startopdracht hoofdstuk 1

We gaan aan de slag met het maken
van de opdrachten op bladzijde: 9

Leg je boek op de stapel bij het verlaten van het lokaal. 

Hier mag je ook jouw schrift instoppen. 

Telefoon?

Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak.

Binnen is beginnen! 

- pen, rekenmachine en schrift op tafel. 

- begin in stilte met de theorie lezen van bladzijde: 10 t/m 13

Onderstreep lastige woorden

Programma - uitleg

• Waar denk je aan bij economie?
• Doelen van deze les 
  
• Uitleg paragraaf 1.1 
• 10 minuten in stilte aan het werk
  
• Bespreken vraag van de week 
• Aan het werk (keuze) 
• Afronding van deze les 
  

Doelen van deze les 

• Je weet wat primaire en secundaire behoeften zijn. 
• Je weet dat behoeften per persoon verschillen en hoe dit komt. Je weet hoe je behoeften kunt vervullen en dat je hiervoor prioriteiten moet stellen. 
• Je weet wat we bij economie bedoelen met vrije goederen, schaars en welvaart. 
• Je weet wat zelfvoorziening is en welke invloed dit heeft op de welvaart van een persoon.  
  

Behoeften

wensen die je hebt en wilt vervullen

Primaire behoeften 
ook wel basisbehoeften

Secundaire behoeften 
ook wel luxe behoeften

Je vader of moeder wint ruim 1 miljoen euro.
Wat zou jij als eerste kopen?

Behoeften verschillen... 

• Hoeveel geld heb je (wat is je budget)? 
• Wat doen je vrienden of klasgenoten? 
• Beïnvloeding door anderen in je omgeving. 
  
• Reclames die je ziet of hoort. 
• Leeftijd.
• Geslacht. 
  

Vlam in de pan! Wat doe je?

1. Gas uit. Brandweer bellen.
2. Gas uit. Water over de pan. Brandweer bellen.
3. Gas uit. Deksel op de pan. Brandweer bellen.
4. Naar buiten. Brandweer bellen.

Wat doe je als eerste? 

Je hebt misschien wel oneindig veel wensen, 

maar je kunt niet alles in één keer doen. 

Je moet keuzes maken: prioriteiten stellen 

Waarom moet je prioriteiten stellen?

Als je behoeften wil vervullen dan heb je een middel nodig. In de meeste gevallen is dit tijd of geld. Deze middelen zijn er niet vanzelf: je moet jezelf ervoor inspannen. Dit noem je schaars.  Hoe meer behoeften je kunt vervullen hoe hoger je welvaart is. 

Voorbeeld prioriteiten stellen

Als je een nieuwe telefoon wil van 650 euro dan heb je het middel geld nodig. Dit bereik je door te gaan werken, maar dan moet je tijd inleveren. Hoeveel tijd wil je inleveren om dat geld te bemachtigen? 

Wanneer is iets schaars? 

1. Het is beperkt beschikbaar 
2. Het is alternatief aanwendbaar 
   

Wie heeft een hogere welvaart?

Uitleg

Dit kun je niet weten. Welvaart zegt iets over de behoeften die je kunt vervullen. Het inkomen van een bankdirecteur is hoger, maar zijn behoeften (wensen) zijn waarschijnlijk ook groter. Je kunt dit pas bepalen als je de behoeften van beiden weet en hoeveel tijd en geld zij hebben. 

1. Loodgieter
2. Bankdirecteur
3. Geen van beiden
4. Kun je niet weten

Welvaart

Iemand met een hoog inkomen heeft niet automatisch een hoge welvaart. Bij welvaart gaat het erom welke behoeften je met jouw inkomen kunt vervullen. Een hoog inkomen helpt daar vaak wel bij. 

Zelfvoorziening?

Je doet iets zelf, bijvoorbeeld een band plakken, een taart bakken of het aanleggen van een groentetuin.

 
Als je wat over hebt dan kun je dit verkopen, zodat je zaken kunt kopen die je niet kunt realiseren met zelfvoorziening. Natuurlijk kun je ook gaan ruilen voor andere goederen of diensten. Als je aan zelfvoorziening doet neemt je welvaart toe. 

Vrije goederen

Aan het werk 

De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 

Begin met het maken van opdracht 12 (blz. 13),
deze bespreken we zo klassikaal.

Maken: par. 1.1 opdrachten: 2, 4, 5, 7 t/m 14 (vanaf bladzijde 10).

Keuzewerk

Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 

• Huiswerk maken: par 1.1 opdrachten: 2, 4, 5, 7 t/m 14 (vanaf bladzijde 10)
• Eigen keuze: in overleg met Tobias 
  

Afronding van deze les 

• Je weet wat primaire en secundaire behoeften zijn. 
• Je weet dat behoeften per persoon verschillen en hoe dit komt. Je weet hoe je behoeften kunt vervullen en dat je hiervoor prioriteiten moet stellen. 
• Je weet wat we bij economie bedoelen met vrije goederen, schaars en welvaart. 
• Je weet wat zelfvoorziening is en welke invloed dit heeft op de welvaart van een persoon.  
  

Leg je boek op de stapel bij het verlaten van het lokaal. 

Hier mag je ook jouw schrift instoppen.